4. Bediening van de SMARTMIG
De MIG/MAG lasstroombron wordt door middel van de standenschakelaar vooraan de machine
ingesteld. Het werkpunt van de lasstroom wordt ingesteld dmv de ingestelde lasspanningsstand
(7-standenschakelaar (A) en de voorgeprogrammeerde draadsnelheid van de smartmig sturing.
Deze laspost is voorgeprogrammeerd voor verschillende draden en gascombinaties door middel van
verschillende laskarakeristieken. De laspost past dus automatisch de lassnelheid aan in functie van de
ingestelde lasspanning (A). Fijnregeling van de draad is mogelijk (10). Draadaanvoer is constant toerental
en draaimoment geregeld dewelke van interessant is voor langere lastoortsen met toenemende wrijving.
Vooraanzicht van het bedieningspaneel van de SMART MIG