De ruimte moet een venster hebben dat open gaat of gelijkaardig; sommige ruimten hebben permanente ventilatie
nodig. Wanneer de ruimte een volume van 5 tot 10 m
heeft, dan is er een ventilatieopening van
3
Minstens 50 cm
nodig. Bij een ruimte van minder dan 5 m
is een ventilatieopening van minstens 100 cm
nodig
2
3
2
Wanneer er zich in de ruimte andere brandstof gebruikende toestellen bevinden, dan moet men rekeing houden met: BS
5440 deel 2, om te weten aan welke voorwaarden de verluchting moet voldoen.
NOTA: Het gebruik van de kookplaat zorgt voor de productie van warmte en vocht in de ruimte waar ze staat.
Houd de keuken goed verlucht. Houd natuurlijke verluchtingsgaten open of installeer een mechanisch verluchtings-
toestel (fig 2).
Wanneer er geen verluchtingstoestel aan staat, en u gebruikt een grill of meerdere branders, open dan een vensterIn
(fig. 3).
(*)minimum lucht inlaat:100c㎡
Fig 1
Fig 2
Fig 3
HET TOESTEL UITPAKKEN
Verwijder de verpakking voor gebruik en controlleer of het toestel zich in perfecte staat bevindt.
Bij twijfel het toestel niet gebruiken en de verkoper contacteren.
Sommige onderdelen worden beschermd door een plastieken folie, deze moet verwijderd worden voor gebruik.
Het verpakkingsmateriaal mag om veiligheidsredenen niet binnen het bereik van kinderen gelaten worden.
INSTALLATIE VAN DE KOOKPLAAT
De kookplaat mag op elke werkblad met een dikte van 40 tot 50 mm geïnstalleerd worden, met een vrije ruimte van
minstens 750 mm boven de kookplaat.
fig, 4. Bij het plaatsen van een 600 mm brugtoestel boven het 700 mm kooktoestel, dan mogen de toestellen lager dan
760 mm down, tot 334 mm zijn, indien ze resistent zijn tegen stoom en hitte.
De kookplaat heeft een afdichting zodat er geen vloeistoffen naar binnen kunnen stromen, deze kan als volgt geplaatst
worden:
Maak de afdichting los, zodanig dat de transparante beveiliging nog aan het zegel hangt.
Draai de kookplaat om en plaats strip *E* (fig. 5) onder de rand van de kookplaat zelf, zodanig dat de afdichting
perfect past in de onderkant van de kookplaat. De uiteinden van de afdichting moet passen zonder te
overlappen. Bevestig de afdichting gelijkmatig door ze stevig tegen de kookplaat te drukken.
3