4.1. Storingen
Trek bij beschadigingen van het netsnoer, de acculader zelf
of het aansluitsnoer direct het stekker uit het stopcontact.
Probeer in geen geval het apparaat zelf te openen en/of te re-
pareren. Neem contact op met ons Service Center of een an-
der deskundig bedrijf.
Laat een defect apparaat of een beschadigd netsnoer onmid-
dellijk repareren of vervangen door een goedgekeurde werk-
plaats of neem contact op met de klantenservice om risico's
te vermijden.
4.2. Gevaar voor explosie!
• Zorg altijd voor voldoende ventilatie. Voer het oplaadproces
uit in een goed geventileerde ruimte die bescherming biedt
tegen weersinvloeden.
• Zorg er tevens voor dat er tijdens het opladen geen sprake is
van open vuur (vlammen, gloeiende spaanders of vonken)!
Tijdens het oplaadproces en de instandhoudingslading kan
waterstof in gasvorm vrijkomen. Bij contact met open vuur
vindt een uiterst explosieve knalgasreactie plaats!
4.3. Explosie en brandgevaar!
Zorg ervoor dat explosieve of brandbare stoffen, zoals ben-
zine of oplosmiddelen, tijdens gebruik van de acculader niet
kunnen worden ontstoken!
Sluit de aansluitkabel aan op een plek die zich op voldoende
afstand van de batterij en de brandstofleiding bevindt.
4.4. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken!
Gebruik de acculader alleen voor 6 V of 12 V loodaccu's (bat-
terijen) met elektrolytoplossing of -gel resp. oplaadbare AGM-
accu's!
Controleer bij een vast in het voertuig gemonteerde accu of
het voertuig buiten bedrijf is en op een veilige plek staat ge-
parkeerd! Schakel de ontsteking uit en zet het voertuig in de
8