Omvormer installatie
Milieu omstandigheden
Bewaar de omvormer in een droge en geventileerde omgeving. Houd de
omvormer uit de buurt van vocht, stof, hitte, zonlicht, vluchtige gassen of een
hoog zoutgehalte.
Voorzichtigheid
Het bedrijfstemperatuurbereik van het product is -26˚C ~ + 80˚C.
Overbelast de omvormer niet bij temperaturen boven 40˚C.
Als u de omvormer overmatig gebruikt bij temperaturen boven de 40˚C,
verminder dan het verbruik met 10% per graad boven de 40˚C.
De optimale bedrijfstemperatuur van de omvormer ligt tussen +20˚C ~
+30˚C.
Bij gebruik bij temperaturen boven de 30˚C zal de levensduur van de batterij
aanzienlijk afnemen. Beneden de 20˚C zal de elektrische opslagtijd afnemen.
Houd veilige afstand
De omvormer moet minimaal 60 mm van de omringende muren worden
gemonteerd, waarbij de koelradiator niet wordt gehinderd door andere
objecten.
Dek de zijpanelen van de omvormer niet af om een efficiënte koeling te
garanderen en oververhitting te voorkomen.
De elektrische kabels verbinding:
Zorg ervoor dat de aan/uit-knop van de omvormer UIT staat.
Let op de polariteit van de draden en sluit ze niet omgekeerd aan om
kortsluiting in de omvormer te voorkomen.
Volg deze stappen om de omvormerkabels aan te sluiten:
1. Schakel de omvormer uit met de AAN / UIT-knop.
2. Sluit de draden aan op de accupolen met inachtneming van de polariteit.
3. Zorg ervoor dat de 2 kabels stevig zijn aangesloten om oververhitting te
voorkomen.
4. Sluit de belasting aan op het Schuko-stopcontact.
73
Handleiding