autobanken te worden gemonteerd. Het autostoeltje mag niet worden
gemonteerd op achterwaarts of zijdelings gerichte zitplaatsen.
•
In sommige voertuigen is er niet voldoende plaats om dit of een
ander soort veiligheidsstoeltje te monteren.
•
Vraag bij twijfel de fabrikant of dealer van het autostoeltje.
Onjuiste plek voor montage van het autostoeltje
Op de plaats van montage van het autostoeltje moet een 3-punts
autogordel (groep I, II, III) zijn aangebracht. De airbags moeten
gedeactiveerd worden.
Op de plek van montage van het autostoeltje moet een 3-punts
veiligheidsgordel zijn aangebracht (groep I, II, III).
2.1 Reduceer inzetstuk
Voor veiligheid van uw kind
•
Een inzetstuk (K) in uw auto, ontworpen voor de allerkleinsten,
verbetert hun comfort en biedt extra steun. Als uw kind meer ruimte
in het autostoeltje nodig heeft, verwijdert u het inzetstuk. Zie afb. 5
2.2 Hoofdsteun hoogteverstelling
•
De stoel heeft 6 verstelstanden voor de hoofdsteun.
•
Trek aan de hendel voor de hoogteverstelling van de hoofdsteun (N)
om de hoogte van de hoofdsteun aan te passen. Zie afb. 7
•
Kies de juiste hoogte voor uw kind, zorg ervoor dat de hoofdsteun
de schouders van uw kind niet afknelt en dat zijn/haar hoofd niet
hoger is dan de bovenkant van de hoofdsteun. Zie afb. 9
Heel belangrijk!
staat.
2.3 Veilig vastmaken van uw kind met de veiligheidsgordels
Zorg ervoor dat de hoofdsteun op de juiste hoogte
‑ 75 ‑
NL