Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikneming. Bewaar deze handleiding zorgvuldig voor later gebruik.
1. BESCHRIJVING
De draadloze Easywave driekanaalszender is geschikt voor inbouw en mag enkel worden gebruikt om draadloze Easywave ontvangers te bedienen.
Het product maakt deel uit van het Easywave radiofrequentiesysteem, een installatietechniek zonder bedrading tussen de drukknoppen (bedieningspunten)
en de te bedienen verbruikers. Het Easywave systeem is modulair opgebouwd met zenders en ontvangers. Een wandzender heeft de vorm van een
drukknop met twee, vier of acht actieknoppen die tegen een wand kan worden gemonteerd. Een handzender lijkt op een klassieke afstandsbediening.
Eén zender kan een onbeperkt aantal ontvangers tegelijkertijd bedienen, terwijl één ontvanger kan worden bediend door maximaal 32 zenders.
De bediening op afstand of draadloze bediening is gebaseerd op signaaloverdracht via radiogolven op de frequentie 868,3 MHz. Op deze frequentie zijn uitsluitend
producten toegelaten die niet continu uitzenden, d.w.z. 1% per uur of 36 seconden. Hierdoor is de kans op storing minimaal. Daarom leent het draadloze
Easywave systeem zich uitstekend voor specifieke toepassingen zoals renovatie van geklasseerde interieurs, uitbreidingen in bestaande elektrische installaties
(waar kap- of breekwerk uitgesloten is), gebruik in bureaus met verplaatsbare wanden of installaties waar een ingewikkelde bekabeling moet worden vermeden.
2. INSTALLATIE
2.1. Montage
Tip: Houd rekening met de lokale omstandigheden en de omgeving (fig. 1) wanneer je de driekanaalszender monteert.
Tip: Zorg ervoor dat de draadloze signaaloverdracht tussen ontvanger en driekanaalszender niet gehinderd wordt. Plaats de ontvanger zo dicht mogelijk bij de
driekanaalszender.
Tip: Aanwezigheid van metaal of vocht in de muren kan een negatieve invloed hebben op het bereik van de draadloze signalen (fig. 1). Plaats de driekanaalszender
daarom nooit:
• in een metalen schakelkast, behuizing of vlechtwerk.
• in de buurt van grote metalen objecten.
• op of vlak bij de grond.
De driekanaalszender is geschikt voor montage in haast alle gangbare inbouwdozen.
2.2. Aansluiting
Gevaar: Installeer de driekanaalszender niet onder spanning. Sluit het toestel pas na volledige installatie aan op de netspanning.
1. Schakel de spanning uit.
2. Monteer de driekanaalszender in de inbouwdoos.
3. Selecteer de gewenste werkingsmode met de jumper (J) vooraan op de driekanaalszender (fig. 2).
De driekanaalszender wordt standaard geleverd met schakelfunctie (jumper J geplaatst). Je hebt ook nog de keuze uit de drukknopfunctie en de
rolluikdrukknopfunctie. In beide gevallen is de jumper (J) niet geplaatst.
4. Sluit de voeding en de schakelaar of drukknop aan volgens onderstaand aansluitschema, afhankelijk van de geselecteerde werkingsmode:
A. Schakelfunctie
J
S1 S2
N
L
230 V
L
N
B. Drukknopfunctie
J
N L
T1
T2 T3
230 V
L
N
NL
De jumper (J) is geplaatst. Als de toestand van de schakelaar gewijzigd wordt, verstuurt de driekanaalszender
L
gedurende ongeveer 0,5 s een schakelcommando.
Schakelaar 1: ingang S1
Code A: schakelaar sluiten
Code B: schakelaar openen
S1
S2
De jumper (J) is niet geplaatst. De driekanaalszender verstuurt een schakelcommando zolang de drukknop
L
ingedrukt wordt gedurende maximaal 10 s. De ingangen kunnen niet tegelijkertijd geschakeld worden.
Drukknop 1: ingang T1 – code A
Drukknop 2: ingang T2 – code B
Drukknop 3: ingang T3 – code C
T
Schakelaar 2: ingang S2
Code C: schakelaar sluiten
Code D: schakelaar openen
05-362
1