dat bestand is tegen spatten, vlekken, of
hete wasem.
∙ Zorg er altijd voor dat er lucht vrijelijk
onder het toestel kan circuleren. Een
minimale afstand van 10 cm van alle
wanden moet in acht genomen worden.
∙ De ventilatiesleuven in het toestel mogen
tijdens het gebruik niet bedekt worden.
∙ Zet het toestel niet in werking tenzij
geschikt kookgerei (met voedsel erin ) op
het kookoppervlak is geplaatst. Wanneer
een lege pot of pan verhit wordt, zal de
oververhitting beveiliging het toestel
automatisch uitschakelen. Desondanks
kan in dit geval schade aan het kookgerei
niet volledig uitgesloten worden.
∙ Voorzichtig: Door de hitteafgifte van
het kookgerei kan het keramisch glas
oppervlak heet zijn. Om die reden
bestaat er dan ook gevaar voor
brandwonden.
∙ Voorzichtig: Voedsel wat vet of olie
bevat kan in brand vliegen als het
oververhit wordt.
∙ Probeer het toestel niet te verplaatsen
terwijl er kookgerei op het keramisch
oppervlak staat.
∙ Trek of schuif het kookgerei niet over
het bedieningspaneel, en plaats er geen
kookgerei op.
∙ Verwijder altijd de stekker uit het
stopcontact:
- na gebruik,
- wanneer het apparaat niet werkt,
- voordat men het apparaat
schoonmaakt.
∙ Trek de stekker niet aan het snoer uit het
stopcontact, trek aan de stekker zelf.
∙ Laat het snoer nooit los hangen.
∙ Het netsnoer moet goed uit de nabijheid
gehouden worden van alle hete delen van
24
het toestel.
∙ De fabrikant heeft geen
verantwoordelijkheid wanneer dit
apparaat verkeerd gebruikt word of
wanneer de veiligheidsinstructies niet
gevolgd worden.
Opstarten
Voordat het toestel voor de eerste keer
gebruikt wordt, alle resterende verpakking
verwijderen en de buitenkant afvegen met
een vochtige doek.
Geschikt kookgerei
∙ Dit toestel mag alleen gebruikt
worden met kookgerei wat geschikt
is voor gebruik met inductieachtige
kookplaten, bijv. roestvrijstaal met een
ferromagnetische bodem, of gietijzer of
geëmailleerd stalen kookgerei.
∙ Het kookgerei kan voor geschiktheid
getest worden door simpelweg een
magneet tegen de bodem te houden; als
de magneet aangetrokken wordt is het
kookgerei geschikt voor gebruik met dit
toestel.
∙ Alleen potten en pannen met een vlakke
bodem mogen gebruikt worden.
∙ Gebruik geen kookgerei met een bodem
die dunner is dan 2 mm.
∙ Alleen potten en pannen met een
diameter van 12 tot circa 22 cm mogen
gebruikt worden.
∙ Als er ongeschikt kookgerei gebruikt
wordt, zal het toestel reageren met een
foutmelding (zie tabel 'Foutopsporing').
∙ Gecoate potten en pannen kunnen door
overmatige hitte beschadigd worden.
Het is daarom belangrijk het juiste
temperatuur niveau te kiezen voor
het kookgerei wat gebruikt wordt en