G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
Ontstekingsmoment-pistool-analoog
Bestelnr. 85 73 34
Voorgeschreven gebruik
Het ontstekingsmoment-pistool-analoog wordt gebruikt voor het testen van het ontstekingsmo-
ment van een motor.
De stroomvoorziening geschiedt uitsluitend middels de accu van het voertuig. Gebruik geen
andere vorm van stroomvoorziening.
Een ander gebruik dan hier beschreven is niet toegelaten en heeft beschadiging van het pro-
duct tot gevolg. Daarnaast kunnen hierdoor gevaarlijke situaties ontstaan, zoals bijv. kortsluiting
of brand. De veiligheidsinstructies dienen absoluut in acht te worden genomen. Dit product
voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving.
Leveringsinhoud
• Ontstekingsmoment-pistool
• Aansluitkabel
• Gebruikshandleiding
Verklaring van symbolen, opschriften
Dit symbool met bliksemschicht wordt gebruikt wanneer er gevaar bestaat
voor uw gezondheid, bijv. door een elektrische schok.
Dit symbool wijst op speciale gevaren bij het gebruik, de ingebruikneming of
bediening.
Houd rekening met de gebruiksaanwijzing hiervan!
Veiligheidsvoorschriften
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwij-
zing, vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat,
zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig
gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet
verantwoordelijk! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie.
• Om veiligheidsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen
van het product niet toegestaan.
• Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen. Wees
dus extra voorzichtig als kinderen in de buurt zijn.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen ge-
vaarlijk speelgoed zijn.
• Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig voor latere referentie.
• Als u het product weggeeft of verkoopt, voeg dan deze gebruiksaanwijzing bij.
• Onderhoud, aanpassings- en reparatiewerkzaamheden aan het product dienen
uitsluitend door een vakman resp. in een werkplaats te worden uitgevoerd.
• Er mag worden aangenomen dat het product niet meer veilig te gebruiken is,
wanneer:
- zichtbare beschadigingen aanwezig zijn (bijv. gebroken behuizing).
- onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen.
- na een transport niet meer werkt.
• Behandel het product voorzichtig. Door stoten, schokken of vallen - zelfs van
geringe hoogte - kan het beschadigd raken.
• Let tijdens alle werkzaamheden aan het voertuig en aan de motor op instructies
en voorschriften van de desbetreffende voertuigfabrikant (servicehandleiding).
De geldende ongevalprefentievoorschriften en voorzorgsmaatregelen voor
werkzaamheden aan voertuigen en voertuigmotoren moeten absoluut in acht
worden genomen.
• Vakkennis over het functioneren en de montage van het desbetreffende voer-
tuig resp. voertuigmotor is verplicht tijdens de toepassing van dit product. Het
product wordt aangesloten op bepaalde delen van het voertuig. Deze zijn bij elk
voertuig anders en er moeten voertuigspecifi eke regels tijdens het aansluiten
in acht worden genomen.
• Informeer vóór alle werkzaamheden over de noodzakelijke regels en instructies
van de voertuigfabrikant voor het gebruik van dit product. Het niet in acht nemen
kan schade aan het voertuig alsook gevaar voor personen tot gevolg hebben.
• Als u niet over de benodigde kennis beschikt of niet zeker bent over de werk-
zaamheden en de gevolgen daarvan, dient u deze werkzaamheden over te
laten aan geïnstrueerd personeel.
www.conrad.com
Versie 08/10
Overzicht van het apparaat
1. Xenonverlichting
2. Draaibare kop
3. Rode en zwarte batterijklem
4. Inductie-afnemer
5. Aansluitsteker
6. Toets fl itslicht (aan/uit)
Aansluiting op een motor
• Sluit de aansluitplug (5) aan op de onderzijde van het product.
• Verbind de rode en zwarte accuklem (3) conform de instructies van de voertuigfabrikant op
de accu.
• Klem de inductieafnemer (4) aan op de onstekingskabel van de eerste cilinder. De pijl op de
inductieafnemer (4) moet hierbij in de richting van de bougie wijzen.
• Druk op de toets Flitslicht (6) om het fl itslicht in- of uit te schakelen. Het fl itslicht wordt geac-
tiveerd middels de inductie-afnemer (4) als de bijbehorende bougie een ontstekingsspanning
bevat.
• Draag bij werkzaamheden aan het voertuig altijd een beschermingsbril.
• Werk nooit bij slechte licht- of weersomstandigheden.
• Let op hete motoronderdelen tijdens het gebruik van het product. Houd het
product altijd weg van hete motoronderdelen.
• Laat het voertuig nooit zonder toezicht bij gebruik van het product.
• Uitlaatgassen en dampen van brandstof zijn schadelijk voor de gezondheid! In
gesloten ruimtes is het starten van een motor verboden.
• Alle kabels en snoeren moeten met voldoende afstand van hete oppervlakken
(bijv. uitlaat) en beweegbare elementen (bijv. beluchtingsrotor) worden gelegd.
Controleer met name evt. gebruikte aansluit- en verlengkabels.
• Bij werkzaamheden aan de lopende voertuigmotor bestaat het gevaar dat u
letsel kunt oplopen aan warme, beweegbare of elektrisch geladen onderdelen.
Bijzonder gevaarlijk zijn de beluchtingsrotor, de aandrijfsnaar, de uitlaatpijp en
de hoogspanning van de geleidende onderdelen van de ontstekingsinstallatie.
Elektrische beluchtingsrotoren kunnen zonder voorwaarschuwing plotseling
aanlopen!
• Vermijd direct contact met stroomgeleidende onderdelen.
• Raak de uitlaat van het voertuig niet aan. Deze wordt heet waardoor het tot
zwaar verbrandingsletsel kan leiden.
• Wees met name voorzichtig bij de omgang met de elektrische hoogspanning
van de ontstekingsinstallatie. Niet alleen de elektrische schok zelf is gevaarlijk,
maar er wordt ook vaak vervolgletsel door onwillekeurige uitwijkbewegingen
veroorzaakt. De hoogspanning (max. 15.000 Volt en meer) kan vrij grote stuk-
ken overslaan, met name beschadigde onderdelen of versleten, brose isolatie
kunnen gevaarlijk zijn.
• Als het voertuig beschikt over een airbag, dient u voor het gebruik van het pro-
duct alle instructies van de desbetreffende voertuigfabrikant in acht te nemen.
• Raadpleeg een vakman wanneer u twijfels hebt m.b.t. de werkwijze of de veilig-
heid van het product.
• Het product is niet geschikt voor industriële toepassingen.
• Raadpleeg onze technische helpdesk wanneer u vragen hebt betreffende het
product die niet in deze gebruiksaanwijzing worden beantwoord.
2
1
Verwondingsgevaar!
Houd het product altijd weg van hete motoronderdelen. Let tijdens werkzaam-
heden aan een stationaire motor op draaiende onderdelen.
Volg altijd de instructies van de desbetreffende voertuigfabrikant, als u werk-
zaamheden aan de motor uitvoert.
Sluit het product uitsluitend aan bij uitgeschakelde ontsteking van een motor.
De positie van de eerste cilinder kan verschillen per voertuig, daarom dient u eerst
de gegevens van de desbetreffende voertuigfabrikant te controleren waar zich exact
de eerste cilinder bevindt.
3
4
5
6