BASETech 1168631 Mode D'emploi page 11

Beschrijving van de bedieningselementen van de slijper
1 Netschakelaar („I" = aan, „O" = uit)
2 Slijpwiel
3 Ontgrendelingstoets (om de inzetstukken eruit te
kunnen trekken)
4 Veiligheidsschakelaar (voorkomt dat de slijper kan
worden ingeschakeld, zonder dat een inzetstuk juist
is opgestoken)
5 Netsnoer
6 Gleuven voor het insteken van een inzetstuk
7 Vier gaten om de slijper vast te schroeven
Beschrijving van de inzetstukken
De drie meegeleverde inzetstukken zijn geschikt voor het slijpen van verschillende gereedschappen.
Inzetstuk 1:
Het dient voor het slijpen van beitels, smalle en brede
steekbeitels e.d.
Voor het vasthouden van het werkstuk is een magneet
geïntegreerd. Het kleine kunststof inzetstuk kan aan
de zijkant worden opgestoken, als het gereedschap
erg smal is (zodat de magneet het gereedschap kan
vasthouden).
De slijphoek van de gereedschapspunt kan aan de
zijkant worden ingesteld (let op de markering).
Inzetstuk 2:
Het dient voor het slijpen van messen of scharen.
De gleuf aan de voorkant is doorgaans bedoeld voor
scharen, de beide bovenste gleuven voor messen.
Inzet 3:
Het dient voor het slijpen van boren.
De boor wordt in de kleine uitneembare boorhouder
vastgeklemd.
Monteren
• Om de slijper tijdens het slijpen stabiel te laten staan, is het noodzakelijk, dat de slijper met 4
schroeven op een geschikt oppervlak wordt bevestigd, bijvoorbeeld op een stabiele werktafel
(werkbank).
Het is echter ook mogelijk, om de slijper op een voldoende grote houten plaat te monteren en
deze houten plaat later met klemschroeven op de werktafel (werkbank) te bevestigen. Als u
de slijper niet meer nodig hebt kunt u deze eenvoudig demonteren en bewaren.
• Plaats de slijper zo, dat de slijpschijf naar voren, naar u toe gericht staat en schroef de slijper
daarna vast met 4 passende schroeven.
Aansluiten
• Schakel de slijper uit, door de netschakelaar aan de bovenkant in de „O"-stand te zetten
(uitgeschakeld).
• Steek de netstekker in een gemakkelijk toegankelijke, reglementaire contactdoos. Leg het
netsnoer zo, dat u er tijdens de werkzaamheden niet door wordt gehinderd. Bescherm het
netsnoer tegen scherpe randen.
Opsteken/vervangen van een inzetstuk
• Voorafgaand aan het verwisselen van een inzetstuk, moet de slijper worden uitgeschakeld.
Zet de netschakelaar op de bovenkant in de „O"-stand (uitgeschakeld).
Belangrijk!
Wacht tot het slijpwiel volledig tot stilstand is gekomen.
• Druk op de ontgrendelingstoets en trek het inzetstuk naar boven toe eruit.
• Steek daarna een ander inzetstuk op de slijper. Hiervoor wordt het inzetstuk op de beide
gleuven links en rechts opgestoken en naar onderen geschoven, tot de haak aan de ontgren-
delingstoets in de opening van het inzetstuk vastklikt.
Test de stevige bevestiging van het inzetstuk, het mag er niet meer uitgetrokken kunnen worden.
Bij het correct insteken van het inzetstuk wordt de veiligheidsschakelaar ingedrukt.
Pas hierdoor kan de slijper in bedrijf worden genomen.
Als het inzetstuk niet of niet volledig wordt opgestoken, voorkomt de veiligheids-
schakelaar dat het slijpwiel gaat draaien.
De niet benodigde inzetstukken kunnen links en rechts op de slijper worden gestoken. Wan-
neer deze tijdens het slijpend hinderlijk zijn, kunt u ze ook op een geschikte plaats bewaren.
Steenbeitel/steekbeitel slijpen
Belangrijk!
Raadpleeg het hoofdstuk „Veiligheidsaanwijzingen"!
• Plaats het betreffende inzetstuk correct. Raadpleeg hiervoor het hoofdstuk „Beschrijving van
de inzetstukken" en „Opsteken/Verwisselen van een inzetstuk".
• Plaats het gereedschap (bijv. een steekbeitel) zo, dat de magneet (2) het werkstuk vasthoudt
(3a). Voor smalle gereedschappen kan een kleiner kunststof inzetstuk (4) aan de zijkant
worden opgestoken, zodat de magneet het gereedschap kan vasthouden (3g).
• De hoek voor de snede van het werkstuk kan worden ingesteld. Draai de vergrendelingsknop
(3) los, stel de hoek naar wens in en draai de vergrendelknop weer vast (3b en 3c).
Oriënteer u bij het instellen van de hoek op uw gereedschap.
• Zet de slijper aan (schakelaarstand „I"), nu begint het slijpwiel te draaien. Na enkele secon-
den is het nominale toerental bereikt.
• Door de snede (3d) zijdelings te verschuiven, kan het gereedschap over de volledige breedte
gelijkmatig worden geslepen. De magneet in de gleuf ondersteunt u erbij, om het gereed-
schap nauwkeurig te geleiden.
Schuif het gereedschap langzaam in de richting van het slijpwiel, om het betreffende mate-
riaal van de punt van het gereedschap te slijpen (3e). Let erop dat de punt van het gereed-
schap dan wel wordt geslepen, maar zonder teveel materiaal weg te halen (3f).
• De doorzichtige afdekking (1) beschermt grotendeels voor de metalen deeltjes/vonken, bo-
vendien kan hierdoor het slijpproces worden gecontroleerd.
• Als er verder geen gereedschap moet worden geslepen, schakel de slijper dan uit (schake-
laarstand „O"). Wacht tot het slijpwiel tot stilstand is gekomen.
Messen/scharen slijpen
Belangrijk!
Raadpleeg het hoofdstuk „Veiligheidsaanwijzingen"!
• Plaats het betreffende inzetstuk correct. Raadpleeg hiervoor het hoofdstuk „Beschrijving van
de inzetstukken" en „Opsteken/Verwisselen van een inzetstuk".