3 Bedrijfstoestanden
1
2
3.1
Normale werking
Als de UPS aangesloten is aan het stroomnet dan licht LED "1" groen op. In deze
werking laden de batterijen en zijn de aangesloten verbruikers niet gevoed. Als LED
"1" geel oplicht dan is de netspanning niet correct.
Als de netspanning correct is dan kunnen de verbruikers gevoed worden. Druk op
knop "2", LED "3" zal groen oplichten en de verbruikers worden gevoed.
Met knop "4" kunt u de UPS afschakelen. Als u hem indrukt wordt LED "3" gedoofd
en de verbruikers worden niet meer gevoed.
Als de netspanning lager daalt dan 180 Vac of hoger stijgt dan 264 Vac dan licht
LED "1" groen op en de UPS piept, dan kan men de UPS niet aanschakelen, dus de
verbruikers niet voeden. Het is noodzakelijk de "manuele start" (zie 4) te gebruiken
als u de gebruikers wilt voeden.
LEDs "5" geven weer in welke mate de batterijen opgeladen zijn. LEDs "6" werken
niet bij normale werking.
3.2
AVR werking
Als de netspanning lager is dan 190 Vac, dan schakelt de UPS automatisch naar
AVR werking (als de verbruikers gevoed zijn) en de uitgangsspanning stijgt tot 220
Vac zonder energie van de batterij te gebruiken. LED "3" zal geel oplichten.
3.3
Batterij werking
Als de UPS een netstoring ontdekt, zoals het totaal wegvallen van de netspanning,
dalen onder 170 Vac of stijgen boven 264 Vac dan zal de UPS overschakelen naar
batterij werking en stroom leveren van de batterij. In deze werking zal LED "3"
rood oplichten en de UPS zal piepen.
Er zijn verschillende netstoringen die oorzaak kunnen zijn van transfer naar batterij
werking: totaal wegvallen, dalen beneden 170 Vac, een niet sinus-vormige
3
4
6
5