•
Nabijheids-/omgevingslichtsensor
- Nabijheidssensor: Als het toestel dicht bij het menselijk lichaam
in de buurt is, schakelt de nabijheidssensor het scherm en de
aanraakfunctionaliteit uit. Deze schakelt ook het scherm en de
aanraakfunctionaliteit opnieuw in wanneer het apparaat op een
bepaalde afstand wordt gehouden.
- Omgevingslichtsensor: de omgevingslichtsensor analyseert de
intensiteit van het licht in de omgeving wanneer de modus voor de
automatische regeling van de helderheid is ingeschakeld.
•
Volumeknoppen
- Pas het volume voor beltonen, oproepen of meldingen aan.
- Druk voorzichtig op een volumeknop om een foto te maken.
- Druk tweemaal op de knop Volume lager (-) om de app Camera te
starten wanneer het scherm is vergrendeld of uitgeschakeld. Druk
tweemaal op de knop Volume hoger (+) om Capture+ te starten.
•
Aan/Uit/Vergrendelen-knop
- Druk kort op de knop als u het scherm wilt inschakelen of
uitschakelen.
- Houd de knop ingedrukt als u een optie voor de telefoonstatus wilt
selecteren.
•
Afhankelijk van de specificaties van het apparaat is de toegang tot
bepaalde functies mogelijk beperkt.
•
Plaats geen zware voorwerpen op het toestel en ga er niet op zitten: dit
kan het scherm beschadigen.
•
Een beschermingsfolie voor het scherm of accessoires kunnen de
werking van de nabijheidssensor hinderen.
•
Als het apparaat nat is of in een vochtige omgeving wordt gebruikt,
werken de aanraaksensor of knoppen mogelijk niet naar behoren.
Basisfuncties
23