• Plaats de as van het boortje/de schroefbit erin
• Draai de boorkop weer vast door de huls van
de boorkop (8) stevig linksom te draaien.
• Controleer of het boortje/de schroefbit goed
in het midden zit door de machine met de
schakelaar Aan / Uit kort in te schakelen.
De overbrenging instellen
Afb. F
Schakel nooit naar een andere
overbrenging terwijl de motor draait. Dit
is schadelijk voor de machine.
Zet de schakelaar nooit tussen de twee
standen in. Dit is schadelijk voor de
machine
De machine heeft 2 boorsnelheden, die u kunt
instellen door de overbrengingsschakelaar (9)
naar voren of naar achteren te schuiven. Het
nummer op de overbrengingsschakelaar (9) geeft
de gekozen stand aan.
• Stand 1: Voor langzaam boren, een grote
boordiameter of voor schroeven. De machine
beschikt over een hoog vermogen bij een laag
toerental.
• Stand 2: Voor snel boren of een kleine
boordiameter
De draairichting instellen
Afb. G
• Stel de draairichtingsschakelaar (10) in op de
stand "" om schroeven aan te draaien of de
machine te gebruiken voor boren.
• Stel de draairichtingsschakelaar (10) in op de
stand "" voor het verwijderen van schroeven
De machine in- en uitschakelen
Afb. G
De schakelaar Aan / Uit (11) wordt gebruikt om de
machine in te schakelen en de draaisnelheid in te
stellen.
• U schakelt de machine in door op de
schakelaar Aan / Uit (11) te drukken; hoe
verder u de schakelaar indrukt, des te sneller
de boormachine gaat draaien.
• U stopt de machine door de schakelaar Aan /
Uit (11) los te laten.
• Zet de draairichtingsschakelaar (10) in de
middelste stand om de schakelaar Aan / Uit te
vergrendelen. In deze stand kunt u de machine
niet inschakelen.
Leg de machine pas neer wanneer deze
volledig stilstaat. Leg de machine niet op
een stoffige ondergrond. Stofdeeltjes
kunnen in het mechanisme terecht
komen.
Het koppel instellen
Afb. G
De machine beschikt over 23 verschillende
koppelinstellingen en een speciale boormodus,
waarin het totaalvermogen op de boorkop wordt
overgebracht.
U kunt door de instelring voor het koppel (12) te
draaien schroeven tot een vooraf bepaalde diepte
indraaien, hetgeen ideaal is voor repetitief werk.
Hoe hoger het getal, des te meer koppel wordt
overgebracht.
• Kies een lage instelling voor kleine schroeven
of zacht werkmateriaal.
• Kies een hoge instelling voor grote schroeven,
hard werkmateriaal en voor het verwijderen
van schroeven.
• Kies bij voorkeur een zo laag mogelijke stand
om schroeven in te draaien. Kies een hogere
instelling als de motor slipt voordat de schroef
volledig is vastgedraaid.
• Zet voor boren de instelring voor het koppel
(12) op de instelling voor boren, door de ring
volledig linksom te draaien.
Zorg dat de draairichtingsschakelaar (10)
bij boren altijd op staat ingesteld.
De machine is voorzien van een
elektronische beveiligingsfunctie tegen
overbelasting. Als de machine overbelast
wordt, slaat deze automatisch af. Mocht
dit gebeuren, wacht dan ten minste 5
seconden, zodat de beveiliging tegen
overbelasting zich opnieuw kan instellen.
Werklamp (13)
Afb. A
De machine is voorzien van een werklamp voor
verlichting van de werklocatie.
• Deze wordt automatisch ingeschakeld als u de
schakelaar Aan / Uit indrukt.
• Deze wordt automatisch uitgeschakeld als u
21