4
gebruik
De bediening van het apparaat bevindt zich aan de binnenkant. Controleer of de thermostaat (2) op OFF staat. Controleer
of de spanning overeenkomt met die vermeld is op het typeplaatje en steek de stekker in het stopcontact.
Stel de temperatuur in met de thermostaat (2) en kies een stand tussen de 1 en 6. Wij adviseren u het apparaat in te
stellen op stand 3 of 4. Het apparaat zal nu continue koelen tot de ingestelde temperatuur is bereikt. Laat het apparaat op
temperatuur komen zonder levensmiddelen. Dit duurt meestal 2 tot 3 uur. Daarna kunt u de thermostaat op de gewenste
stand zetten en het apparaat vullen met levensmiddelen.
Gebruik de hoogste stand 6 alleen voor het maken van ijsblokjes of in het begin wanneer u nieuwe diepvriesproducten in het
vriesgedeelte legt.
Indien de omgevingstemperatuur stijgt, zet u het apparaat op een hogere stand om de binnentemperatuur te kunnen
waarborgen.
Zet de thermostaat (2) op OFF om het apparaat uit te zetten.
Attentie:
De omgevingstemperatuur, de frequentie van het openen van de deur en de positie van het apparaat hebben invloed op de
temperatuur in het apparaat. Houd hier rekening mee met het instellen van de thermostaat.
• Plaats geen heet voedsel in het apparaat.
• Plaats nooit gevaarlijke, licht ontvlambare of explosieve stoffen zoals alcohol, aceton of benzine in het apparaat
omdat er een kans op explosiegevaar is.
• Pak vlees en vis goed in om nare geuren te voorkomen.
• Laat voldoende ruimte tussen de verschillende levensmiddelen om de lucht goed te kunnen laten circuleren.
• Plaats geen voedsel tegen de achterwand van het apparaat. De schappen hebben een stop om dit te vermijden.
• Laat de deur niet langer open dan noodzakelijk.
• Vries niet teveel tegelijk in. Hoe sneller het invriezen, hoe langer de kwaliteit van het voedsel behouden blijft.
• Leg de diepvriesproducten zo snel mogelijk na aankoop in het vriesvak. Zorg ervoor dat ze tijdens het vervoer niet
ontdooien. Het bewaren van vers ingevroren en diepvriesproducten is afhankelijk van het type voedsel.
• Plaats geen glazen flessen of blikken in het vriesvak. Deze kunnen kapot gaan als de inhoud bevriest.
Koolzuurhoudende dranken kunnen zelfs exploderen. Bewaar daarom nooit limonade, bier, wijn, champagne, etc. in het
vriesvak.
5
tips
• Een hoge omgevingstemperatuur beïnvloedt het energieverbruik nadelig. Ook direct zonlicht en andere warmtebronnen
in de buurt van het apparaat hebben een ongunstige invloed.
• Houd de ventilatieopeningen vrij. Afgedekte en vervuilde openingen veroorzaken een hoge energieverbruik. Zorg voor
voldoende ruimte rondom de koelkast zodat een goede ventilatie en luchtstroming rondom het apparaat mogelijk is.
• Open de deur van het apparaat niet vaker dan nodig is en laat de deur zo kort mogelijk open.
• De afstand tussen de schappen en de achterwand zorgt voor een vrije luchtcirculatie. Plaats dus geen levensmiddelen
tegen de achterwand.
• Zet de thermostaat op een lagere stand als de omstandigheden dat toelaten.
• Laat gekookt voedsel wat u in het apparaat wilt bewaren eerst afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het in het
apparaat legt.
• Rijp of ijs zorgen ervoor dat het stroomverbruik toeneemt. Verwijder deze daarom regelmatig zodra ze 3 tot 5 mm dik zijn.
• Een deurrubber die niet goed sluit kan het stroomverbruik verhogen. Laat het daarom op tijd en door een vakman
vervangen.
• Als de instructies niet worden nageleefd dan kan dat leiden tot een hoger stroomverbruik.
8
•
Nederlands