8. Inspecteer de regelklep en reinig ze zo nodig met warm water en milde zeep.
9. Plaats de reservoirkap terug.
10. Test de werking van het systeem.
Problemen oplossen
Probleem
De pomp staat niet onder
spanning.
De stroomonderbreker staat
uit of de zekering werd verwij-
De pomp schakelt niet
derd.
in wanneer het reser-
Ophoping van vuil of opeenho-
voir gevuld is met con-
ping op vlotter.
denswater.
De beweging van de vlotter
wordt belemmerd.
Defecte schakelaar.
Defecte motor.
De pomp staat niet onder
spanning.
De vloeistofinstroom komt
overeen met of overschrijdt de
uitvoercapaciteit van de pomp.
De pomp staat niet waterpas.
Het reservoir loopt
over met condens.
Ophoping van vuil of opeenho-
ping op vlotter.
De regelklep is geblokkeerd of
verstopt.
Uitgangsstroom is geblok-
keerd.
De pompwaaier draait niet.
Defecte schakelaar.
Defecte motor.
De beweging van de vlotter
wordt belemmerd.
De pomp schakelt niet
De vloeistofinstroom komt
uit.
overeen met of overschrijdt de
uitvoercapaciteit van de pomp.
Defecte schakelaar.
De regelklep is geblokkeerd of
verstopt.
Opvoer te hoog voor pomp.
De pomp werkt, maar
voert geen vloeistof af.
De waaierinlaat is verstopt.
Uitgangsstroom is geblok-
keerd.
De regelklep is geblokkeerd of
verstopt.
Opvoer te hoog voor pomp.
De nominale capaciteit
van de pomp wordt
Lage spanning, te trage snel-
niet bereikt.
heid.
De waaier- of de afvoerleiding
is verstopt.
De pomp werkt con-
De regelklep lekt.
tinu.
Mogelijke oorzaken
Corrigerende maatregel
Sluit de pomp aan op een circuit dat is uitgerust met een aardlekschakelaar.
Zet de stroomonderbreker aan of vervang de zekering.
Schone vlotter; een vuile vlotter is vaak te zwaar om naar behoren te werken.
Verwijder het reservoir. Controleer het pad van de vlotter. Verwijder vuil of
obstructies.
Vervang de pomp.
Vervang de pomp.
Sluit de pomp aan op een circuit dat is uitgerust met een aardlekschakelaar.
Grotere pomp vereist.
In dit geval zou de hoogniveauschakelaar de wisselstroomunit moeten uit-
schakelen of een alarm moeten laten weerklinken als ze op correcte wijze in
het circuit is aangesloten. Controleer of de hoogniveauschakelaar van de
pomp is aangesloten op de wisselstroomunit (of het alarmcircuit) en of de
kabels zijn aangesloten op de juiste schakelaarklemmen voor de toepassing.
Controleer of de pomp waterpas staat. Als de pomp niet waterpas staat,
schakelt ze mogelijk niet in, waardoor er water uit het reservoir stroomt.
Plaats de pomp op een vlak en horizontaal oppervlak.
Schone vlotter. Een vuile vlotter is vaak te zwaar om naar behoren te wer-
ken.
Verwijder de regelklep en inspecteer of ze naar behoren werkt.
Controleer of de afvoerslang niet geknakt of geblokkeerd is. Haal alle slijm en
vuil uit de geblokkeerde slang. Reinig de inlaat- en uitlaatleidingen.
Verwijder eventuele verstoppingen uit de waaierbehuizing.
Vervang de pomp.
Vervang de pomp.
Verwijder het reservoir. Controleer het pad van de vlotter. Verwijder vuil of
obstructies.
Grotere pomp vereist.
In dit geval zou de hoogniveauschakelaar de wisselstroomunit moeten uit-
schakelen of een alarm moeten laten weerklinken als ze op correcte wijze in
het circuit is aangesloten. Controleer of de hoogniveauschakelaar van de
pomp is aangesloten op de wisselstroomunit (of het alarmcir-cuit) en of de
kabels zijn aangesloten op de juiste schakelaarklemmen voor de toepassing.
Vervang de pomp.
Verwijder de regelklep en inspecteer of ze naar behoren werkt.
Controleer het nominale vermogen van de pomp.
Verwijder de pomp en reinig ze.
Controleer of de afvoerslang niet geknakt of geblokkeerd is. Haal alle slijm en
vuil uit de geblokkeerde slang. Reinig de inlaat en uitlaatleidingen.
Verwijder de regelklep en inspecteer of ze naar behoren werkt.
Controleer het nominale vermogen van de pomp.
Controleer of de toevoerspanning is afgestemd op het vermogen van het
typeplaatje.
Verwijder de pomp en reinig ze. Controleer de leiding op aanslag of corrosie.
Verwijder de regelklep en inspecteer of ze naar behoren werkt.
ONDERHOUD
Problemen oplossen
47