NL
Gevaar voor ernstig letsel of overlijden
¾ Voorkom alle werkzaamheden waarvoor u
niet voldoende gekwalificeerd bent.
¾ Tegen het uiteinde van de zaagsnede
moet extra voorzichtigheid worden be-
tracht, omdat er bij het doordraaien van
de kettingzaag een verhoogd risico op
verwondingen bestaat.
¾ Verminder het risico op terugslag, sprin-
gen en wegglijden van de kettingzaag
door:
• overwogen, correct werken - hou de
kettingzaag stevig vast met beide han-
den en vaste greep
• het observeren van de railtip
• niet met de railtip te zagen
• nooit meerdere takken tegelijk te zagen
• de zaagketting alleen uiterst voorzichtig
in een begonnen zaagsnede te brengen
• op de positie van de stam te letten en
op krachten die de zaagspleet kunnen
sluiten en zo de zaagketting kunnen
vastklemmen
• alleen te werken met correct geslepen
en gespannen zaagketting
Zaagtechniek
Vellen van een boom
WAARSCHUWING!
Gevaar van verwondingen.
¾ Werkzaamheden zoals bomen vellen en
snoeien mogen alleen door geschoolde
personen worden uitgevoerd.
Voor het begin van werkzaamheden zoals het vellen
van bomen ervoor zorgen dat:
- zich in het valbereik M [A] van de boom geen
personen of dieren ophouden.
- voor elke betrokkene een vluchtweg zonder ob-
stakels mogelijk is. Een terugslag M [B] gebeurt
schuin tegenovergesteld aan de valrichting.
- het gebied rondom de stam vrij van obstakels is
(struikelgevaar).
- de volgende werkplek minstens twee-en-een-hal-
ve boomlengte verwijderd is. Voor het omzagen
moet de valrichting van de boom gecontroleerd
en gegarandeerd zijn, dat zich binnen een afstand
van 2 ½ boomlengten voorwerpen noch personen
of dieren bevinden.
Het vellen van een boom gebeurt in twee
stappen N :
De stam tot circa een derde van zijn diameter aan
Î
de valrichtingszijde inzagen N 1 .
Op de tegenoverliggende zijde van de vals-
Î
nede N 2 verder gaan, die iets hoger moet
liggen dan de valsnede (ca. 3–5 cm).
82
GEVAAR!
M N
WAARSCHUWING!
Gevaar van verwondingen.
¾ Zaag de boomstam nooit volledig door.
¾ Het bereik N [C] dient als „scharnier" en
zorgt voor een gedefinieerde valrichting.
¾ Bij het vellen alleen zijwaarts van de te
vellen boom staan.
Trekkend zagen
V
Bij deze techniek wordt met de onderzijde van de
zaagrail van boven naar beneden gezaagd.
De zaagketting schuift hierbij het gereedschap
voorwaarts van de gebruiker weg. Hierbij vormt de
voorkant van het gereedschap een steun die de bij
het zagen optredende krachten aan de boomstam
opvangt.
Bij het trekkend zagen heeft de gebruiker wezenlijk
meer controle over het gereedschap en kan deze
terugslagen beter voorkomen. Daarom moet bij
voorkeur deze zaagtechniek worden gebruikt.
Schuivend zagen
P
Bij deze techniek wordt met de bovenzijde van de
zaagrail van beneden naar boven gezaagd. De
zaagketting schuift hierbij het gereedschap achter-
waarts naar de gebruiker toe. Als de zaagrail schuin
wegdraait, kan het gereedschap met grote kracht
naar de gebruiker toe worden geslingerd.
Vlak op de grond liggende stammen
De stam tot aan de helft inzagen, dan omdraaien en
vanaf de tegengestelde zijde doorzagen.
Let op!
Zorg ervoor dat de zaagrail bij het doorzagen van
de stam niet de grond raakt.
Ondersteunde stammen Q
Wij adviseren om door te zagen stammen met zaag-
bokken te ondersteunen. Is dit niet mogelijk, moet
de stam met behulp van de steunende takken of met
steunblokken opgetild en ondersteund worden.
In gedeelte [A] eerst tot op een derde van de stam-
diameter van boven naar beneden zagen. Dan de
afsluitende zaagsnede van beneden naar boven
uitvoeren.
In gedeelte [B] eerst tot op een derde van de stam-
diameter van beneden naar boven zagen, vervol-
gens van boven doorzagen.
Gebruik