1. De waterdruk moet tussen 2,5 en 5 bar liggen tijdens de watertoevoer.
2. De 230V / 50Hz-stopcontact moet constant onder spanning staan.
3. De watertemperatuur mag niet hoger zijn dan 35°C.
4. Het water moet van drinkwaterkwaliteit zijn.
5. De afvoer moet bij voorkeur onder het niveau van de machine liggen en dicht bij het apparaat,
maar met een minimale druk van 3,5 bar is een afvoer over een hoogte en lengte van 1,5 m in een
enkele klim mogelijk (daarna is een vrije uitdoorstroming te voorzien).
6.
De afvoeren moeten worden aangesloten volgens EN 1717 norm. (Valeco AirGap).
7.
Zorg ervoor dat het apparaat niet op of in de buurt van een warm of verwarmingselement wordt
geplaatst.
8. Het apparaat en de distributielijnen moeten worden beschermd tegen bevriezing.
9. Als het apparaat op ander water dan stadswater moet worden geplaatst, is het sterk aanbevolen
om een wateranalyse uit te voeren die, afhankelijk van de verkregen resultaten, een betere
programmering van uw machine mogelijk maakt.
10. Raadpleeg de eisen van uw regionale waterverdeler om te voldoen aan de huidige normeringen
(terugslagklep, verplichte geforceerde regeneratie, enz.)
11. Als de ketel of de warmwaterproductie zich in de buurt van de ontharder in de leiding bevindt,
plaats dan een terugslagklep (zo dicht mogelijk voor de warmwaterproductie).
12. Als de waterontharder op meer dan een meter afstand van de waterteller wordt geplaatst, installeer
dan een terugslagklep.
13. Zorg ervoor dat uw toestel na de installatie, voor uw gemak, ten allen tijde toegankelijk blijft
(zouttoevoer, interventie, visualisatie van mogelijke lekken, ...).
14. Zorg ervoor dat de afvoerbuis nooit wordt geblokkeerd of geknauwd.
15. Controleer regelmatig de toestand van uw machine.
16. Controleer regelmatig de aflopen van uw woning (verantwoordelijkheid van de installateur).
17. Controleer regelmatig de hydraulische aansluitingen van uw ontharder (verantwoordelijkheid van
de installateur).
Voorbereiding
20