Procedure Voor De Inbedrijfstelling Van De Machine - Astralpool BLPAM100 Manuel D'instructions

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 44
De warmtepomp regelt de werking van de waterpomp, wanneer deze is aangesloten op deze warmtepomp. De warmtepomp start
de waterpomp als het water van het zwembad moet worden verwarmd of gekoeld (F11). Wanneer de warmtepomp in wachtmodus,
de warmtepomp zal de pomp het water om de 60 minuten gedurende 5 minuten aan het water temperatuur te controleren. Deze
functie kan worden gewijzigd met behulp van de parameters F43 en F44.
De regelaar kan een schakelwaarde gebruiken als bron van een extern alarm (Pin 4,5), (Pin 13,14), (Pin 14,15). Als het extern alarm
geactiveerd wordt, stopt de regelaar, toont de alarmcode "A11","A12","A15" en genereert een alarmsignaal. Het extern
alarmsignaal heeft 1 modi (F50,F51,F52):
·
3: altijd uitgeschakeld, niet vast
Er kan een testtijd vastgesteld worden (F87). De regelaar kan de werkingstijd toevoegen nadat het apparaat ingeschakeld werd. Als de
totale werkingstijd de testtijd overschrijdt, zal de regelaar stoppen en zal hij een alarmcode A99 geven. Als u de limiet van de
testtijd wilt uitschakelen, stel F87 dan in op "OFF"(uit). Het is ook mogelijk om F86 te gebruiken om de totale werkingstijd te wissen
en om hem opnieuw te gebruiken. De parameter F85 kan gebruikt worden om de totale werkingstijd van de regelaar (uur) te
onderzoeken.
Om andere personen te beletten dat ze de parameters kunnen wijzigen, kunt u een wachtwoord instellen (F80). Als een wachtwo-
ord ingesteld werd, zal de regelaar vragen om het wachtwoord in te voeren. Nadat u de toets" W" gedurende 5 seconden ingedrukt
heeft, moet u het juiste wachtwoord ingeven en daarna kunt u de parameters wijzigen. Als u geen wachtwoord nodig heeft, kunt u
F90 op "OFF" (uit) instellen. Houd er rekening mee dat u het wachtwoord moet onthouden en dat u niet naar de instelmodus kunt
gaan als u het wachtwoord vergeten bent.

6. PROCEDURE VOOR DE INBEDRIJFSTELLING VAN DE MACHINE.

Omstandigheden voor de werking van de warmtepomp
· De buitentemperatuur moet hoger zijn dan +5 ºC.
· De warmtepomp is voorzien van een antivriesthermostaat die voor de stopzetting van de compressor en de activering van
het ontdooisysteem zorgt.
· Bij de reiniging van de filter van de filterpomp, moet de warmtepomp VERPLICHT uitgeschakeld zijn.
Waterpomp Control
Extern alarm
Testtijd
Wachtwoord
Calor EVO WARMTEPOMP
111

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières