ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING / MODE D'EMPLOI ORIGINAL
ONDERHOUD
Schakel altijd eerst de stroom uit voordat je met reinings- of reparatiewerkzaamheden begint.
• Door de natuurlijke beweging van de ventilator kunnen sommige verbindingen loskomen. Een klikkend of ratelend
geluid wijst bijna zeker op losse bouten. Controleer de steunverbindingen, beugels en de bouten van de bladen twee
keer per jaar en draai waar nodig alle bouten aan.
• Maak de ventilator regelmatig schoon. Gebruik uitsluitend een met mild reinigingsmiddel en licht vochtige doek. Stof
af met een zachte doek of borstel.
• De ventilator hoeft niet gesmeerd te worden, dankzij de permanent verzegelde lagers.
DE VENTILATOR START NIET:
• Controleer alle zekeringen of stroomverbrekers. Vervang waar nodig.
• Schakel de stroomtoevoer uit en controleer alle elektrische aansluitingen van de ventilator en in de
schakelaarbehuizing.
• Verzeker u ervan dat de batterijen in de afstandsbediening niet leeg zijn, vervang deze zonodig. Zorg ervoor dat de
richtingsschakelaar helemaal omhoog of omlaag staat, niet ergens in het midden.
• Als de ventilator nog niet start, dien je een bevoegd elektricien te raadplegen. Probeer de interne elektrische
aansluitingen niet zelf te repareren.
DE VENTILATOR MAAKT LAWAAI:
• Geef elke nieuwe ventilator een paar dagen de tijd om "in te lopen" tegen medium of hoge snelheid. Probeer de
exacte plaats van het geluid te identificeren door aandachtig te luisteren van verschillende kanten (bladen, motor,
enz.).
• Zorg ervoor dat alle bouten van de ventilatorconstructie correct zijn aangebracht en goed vast zitten. Als dat niet
het geval is, schroef je ze los en draai je ze opnieuw vast. Draai deze bouten tenminste één keer per jaar vast. Zij
kunnen namelijk na verloop van tijd loskomen en een klikkend geluid veroorzaken.
• Zorg ervoor dat de bevestigingsplaat goed op het plafond past en stevig is bevestigd.
• Zorg ervoor dat de draadklemmen in de kap niet tegen elkaar of tegen een wand van de behuizing ratelen. Breng
elektrische tape aan waar nodig.
• Zorg ervoor dat de kap het plafond niet raakt.
• Zorg ervoor dat de bouten waarmee de bladen op de motor zijn bevestigd, goed vast zitten en dat de daartoe
bestemde ringen ook daadwerkelijk zijn aangebracht.
DE VENTILATOR DRAAIT MAAR ER IS NIET VEEL LUCHTVERPLAATSING:
• De ventilator draait mogelijk in tegenovergestelde richting zodat de lucht naar boven wordt gedreven.
• Er kunnen zich voorwerpen in de kamer bevinden die de luchtstroom hinderen.
• De ventilator kan te klein zijn voor de grootte van de kamer.
DE VENTILATOR TRILT OF SLINGERT:
Het gewicht van de bladen is gebalanceerd en de bladen zijn volgens gewicht gegroepeerd. De volgende procedures
dienen het slingeren grotendeels te elimineren. Controleer op slingeren na elke stap.
1] Een beperkte mate van slingeren wordt als aanvaardbaar beschouwd en mag niet als defect worden gezien.
2] Zorg ervoor dat de bevestigingsplaat goed aansluit op het plafond en stevig is bevestigd zodat hij niet kan bewegen.
Draai de bouten aan indien nodig.
3] Controleer of alle bladhouders stevig aan de motor vastzitten.
4] Controleer of alle bladen stevig in de bladhouders zijn geschroefd.
5] De meeste problemen met slingeren van de ventilator zijn te wijten aan het feit dat de bladen niet op gelijk niveau
liggen. Controleer dit niveau door een punt op het plafond te kiezen dat zich boven het uiteinde van een van de
bladen bevindt. Meet deze afstand zoals weergegeven in fig.
en draai de ventilator tot het volgende blad zich op de juiste plaats voor de meting bevindt. Herhaal dit voor elk
blad. Als niet alle bladen op hetzelfde niveau zijn, kun je deze niveaus aan de hand van de volgende procedure
Handson, Postbus 100 3830 AC Leusden, Nederland / Pays-Bas
B1
. Houdt het meetlint tegen het uiteinde van het blad
12