Algemene uitleg
Je zet de COM12/COM24 mengversterker aan door op de ‹ power › knop op de voorzijde van het
apparaat te drukken. Als het apparaat aanstaat, licht de blauwe ‹ ON › led op.
Op de voorzijde kan je de ingangssignalen naar een bepaalde zone routen, door eenvoudigweg op
de routingknop van die zone te drukken. Als je de ingangssignalen wil doorrouten naar alle zones,
druk je de ‹ All › knop in. Als je een tweede maal op de routingknop drukt, hef je de routing op.
Door op de ‹ Chime › knop aan de voorzijde te drukken, kan je een beltoon genereren.
Je kan het volume van de ingangssignalen veranderen, door aan de overeenkomstige knop op de
voorzijde van de COM12/COM24 te draaien. Het uitgangsvolume verander je met de ‹ Master ›
volumeknop. De toonregeling van het uitgangssignaal gebeurt door aan de ‹ bass › en ‹ treble ›
knoppen te draaien. Een VU-bar geeft het signaalniveau op de uitgang aan.
Op de achterzijde kan je de ‹ gain › van de ingangen en de ‹ remote microphone › bijregelen. Ook
het volume van de beltoon (chime) en de ‹ Music on hold › functie kan je daar afstellen.
De uitgangssectie op de achterzijde van de COM12/COM24 mengversterker heeft 5 hoog
impedante zone uitgangen voor 100V lijnen en 1 laag impedante zone uitgang om een 4ohm
luidspreker (of twee 8ohm luidsprekers in parallel) aan te sluiten.
28
28
Hoofdstuk
3