i
5. Oneigenlijk gebruik
Gebruik het radiografische DuoFern systeem en zijn componenten nooit als afstandsbediening
voor apparaten en installaties waaraan verhoogde veiligheidstechnische eisen worden gesteld
of waarbij een verhoogd ongevallenrisico bestaat. Hiervoor zijn bijkomende veiligheidsinstal-
laties nodig. Houd rekening met de betreffende wettelijke regelingen voor het inrichten van
dergelijke installaties.
i
6. Functiebeschrijving
Met behulp van de DuoFern zonnesensor kunt u maximaal vijf DuoFern actoren (bijv. voor
rolluiken of elektrische verbruikers) lichtafhankelijk besturen. Bevestig hiervoor de zonnesensor
met de zuignap (7) op de gewenste ruit.
De stroomtoevoer
De stroomtoevoer van de DuoFern zonnesensor gebeurt via een zonnecel (4) aan de onderkant
die een intern energiereservoir oplaadt.
De bedieningselementen
De DuoFern zonnesensor beschikt over drie bedieningselementen:
◆ (2) Verbinden-toets [
◆ (3) Scheiden-toets [
◆ (6) Draairegelaar
De Verbinden-toets (2) en de Scheiden-toets (3) beschikken over meerdere functies die in het
volgende hoofdstuk uitgebreider beschreven worden. Met behulp van de draairegelaar (6)
kunt u de zongevoeligheid direct bij de DuoFern zonnesensor instellen.
Vereisten voor een correcte werking:
◆ De DuoFern zonnesensor moet volledig opgeladen zijn (zie pagina 8/9).
◆ De DuoFern zonnesensor moet bij elke gewenste actor aangemeld zijn.
◆ De zonnemodule van de betreffende actor moet geactiveerd zijn en de zonnepositie
moet ingesteld zijn. Eventueel moet de volledige looptijd bij de actor ingesteld worden.
◆ De actoren moeten zich binnen de radiografische reikwijdte (10 m) van de DuoFern
zonnesensor bevinden.
6
]
]
NL