Installatie
2.1 ELEKTRISCHE INSTALLATIE
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd door een bevoegd elektricien.
Controleer of de netspanning van uw machine overeenstemt met deze van uw werkplaats.
Sluit de 3 fasen aan op de klemmen gemerkt L1,L2,L3 en sluit de nulgeleider (blauw) aan op klem N.
Zorg steeds voor een goede aarding en sluit deze aan op de klem gemerkt met het symbool van de
aarding (de aardleider is geel-groen).
controleer de draairichting van de motoren.
De draairichting van deze motor moet gelijk zijn aan de draairichting van de wijzers van een uurwerk.
Indien de draairichting verkeerd is, moeten de draden L1 en L2 worden omgewisseld.
De differentieelschakelaar in het elektrisch circuit moet van het type B zijn. (niet gevoelig voor DC-
component, volgens norm EN 50178).
2.2 AANSLUITING STOFAFZUIGING
Een goede stofafzuiging is essentieel voor de goede werking van de machine en de gezondheid van
de bediener.
Gebruik de machine enkel met een aangesloten en ingeschakelde stofafzuiging.
-
Via het luik rechtsonder de machine sluit u de meegeleverde buis aan op de onderste bak.
(fig. A2). Daarna sluit u twee buizen diameter 100mm aan op de 2 aanzuigpunten op de machine
(fig. A1).
-
De stofafzuiging moet een luchtsnelheid hebben van min 25m/min en een onderdruk van
940 Pascal.
2.3 AANSLUITING PERSLUCHT
De aansluiting moet gebeuren door gekwalificeerd personeel.
-
Zorg voor zuivere persluchttoevoer naar de machine zonder verontreinigingen.
-
De aanvoerleiding moet min 10 mm in diameter zijn.
De werkdruk van de machine is 6 bar. (Fig. N2 pag. 10 )
BM 3000 V0214
– Français
7
– Nederlands