4. Technische gegevens
Netspanning: ......................... 220-240 V ~ 50 Hz
Nominale krachtontneming: ....................... 70 W
Inhoud van de watertank (max. markering): .. 4 ltr.
Luchtdebiet: ......................................... 250 m
Ventilatorniveaus: ............................................. 3
Maten (BxDxH): ................. 324 x 200 x 634 mm
Beschermklasse: ........................................ II /
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
5.1 Instructies
•
Verwijder vóór inbedrijfstelling alle eventueel
aangebrachte bevestigingskleefbanden. In
het waterreservoir kan zich toebehoren bevin-
den.
•
Houd er rekening mee dat de minimum af-
stand van het apparaat tot de wand zijdelings
en naar achter 40cm moet bedragen. De
minimum afstand tot voorwerpen naar voor
moet 1m bedragen.
•
Het apparaat mag niet gekanteld, bewogen
of leeggemaakt worden, zolang het ingescha-
keld of met het stroomnet verbonden is.
•
Verschuif het apparaat alleen als de water-
tank leeg en het apparaat van het stroomnet
geïsoleerd is.
•
Gebruik alleen schoon en koud leidingwater
of gedestilleerd water.
•
In geen geval geurstoffen bij het water men-
gen.
•
De gemaakte instellingen verschijnen op het
LED display. De betreffende LEDs branden.
5.2 Vullen met water (fi g. 3)
•
Trek het waterreservoir (9) tot aan de aanslag
eruit.
•
Vul het waterreservoir (9).
•
Om het koeleffect te verbeteren kunt u gewo-
ne ijsblokjes en/of de van tevoren met water
gevulde, bevroren koelaccu (fig. 2, pos. C)
in het waterreservoir doen. Let daarbij op de
Anleitung_LK_70_SPK7.indb 48
Anleitung_LK_70_SPK7.indb 48
NL
waterstand.
•
Schuif het waterreservoir (9) weer in de behu-
izing.
Let erop dat de waterstand zich tussen de
„min" en „max" markering bevindt.
•
Ververs het water wekelijks.
/h
3
6. Bediening (fi g. 4)
Steek de netstekker in een spanningvoerend
stopcontact. Er weerklinkt een kort signaal.
6.1 Apparaat in- / uitschakelen (pos. 20)
Door op de Power knop te drukken schakelt u het
apparaat in, en wordt lucht uitgeblazen met ge-
middelde en gelijkmatige ventilatorsnelheid. Door
nog eens te drukken op de knop schakelt u het
apparaat weer uit.
6.2 Verticale lamellenverstelling inschakelen
(pos. 21)
Door op de „Wind" knop te drukken kunt u de ver-
ticale lamellen automatisch heen en weer laten
zwenken. Door nog eens te drukken op de knop
schakelt u deze functie weer uit.
6.3 Bedrijfsmodus van de ventilator instellen
(pos. 22)
Standaard is de ventilator ingesteld op „Normal".
Door op de „MODE" knop te drukken kunt u deze
veranderen in de volgorde Normal – Natural –
Sleep. De LEDs branden dienovereenkomstig.
Normal: gelijkmatige ventilatorsnelheid
Natural: ongelijkmatige ventilatorsnelheid
Sleep: De ventilatorsnelheid wordt na verloop van
tijd verminderd (30 min. snel –> 30 min. gemid-
deld –> permanent langzaam).
6.4 Tijdschakelklok inschakelen (pos. 23)
Door op de „TIMER" knop te drukken kan de
inschakelduur worden begrensd tot 0,5 – 7,5 uur.
Eén druk op de toets komt overeen met 0,5 uur,
de LEDs 0,5h – 4h branden overeenkomstig de
ingestelde tijd.
6.5 Ventilatorsnelheid instellen (pos. 24)
Door op de „SPEED" knop te drukken kunt u de
ventilatorsnelheid instellen in de volgorde Gemid-
deld – Snel –Langzaam – Gemiddeld. De LEDs
„MI – HI – LO –MI" branden dienovereenkomstig.
- 48 -
27.02.2017 10:50:10
27.02.2017 10:50:10