staan of over het gebruik van deze apparaten
werden geïnstrueerd door personen die ver-
antwoordelijk zijn voor hun veiligheid.
z Personen die jonger zijn dan 16 jaar mogen de
apparaten niet bedienen.
z Er mag niet met het apparaat gewerkt worden
als er andere mensen (vooral kinderen) of die-
ren in de buurt zijn. U bent voor eventuele ver-
wondingen verantwoordelijk.
z Gebruik de machine alleen bij daglicht of bij
een goede kunstmatige verlichting.
z De draadmaaier alleen bij droog weer gebrui-
ken en niet in de regen laten liggen.
z Monteer nooit metalen snij-elementen.
z Laat reparaties uitsluitend uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
Voor gebruik
z Verwijder takken en andere objecten uit het
gazon. Let tijdens het gebruik op onregelma-
tigheden.
z De verlengkabel dient regelmatig op beschadi-
gingen en slijtage gecontroleerd te worden. Al-
leen gebruiken als de verlengkabel 100 % in
orde is.
z Het apparaat niet gebruiken als de bescherm-
kap of andere onderdelen zwaar beschadigd
zijn.
z Om veiligheidsredenen mogen alleen originele
onderdelen van de fabrikant gebruikt worden.
Let bij het vervangen van de onderdelen op de
aanwijzingen.
z Voor het instellen of schoonmaken van het ap-
paraat, of het controleren van de aansluitka-
bel, het apparaat uitzetten en de stekker eruit
halen.
z Voor het inschakelen van de machine en na
botsingen, controleert u de machine op zicht-
bare slijtage of beschadigingen en laat u
noodzakelijke reparaties uitvoeren.
Kabels
z Maak uitsluitend gebruik van een verlengkabel
met een minimale diameter van 3x1,5 mm
een max. lengte van 25 m:
–
Rubber slangleidingen, niet lichter dan type
HO7RN-F
–
PVC slangleidingen, niet lichter dan type
HO5 VV-F (leidingen van dit type zijn niet
geschikt om constant in de open lucht ge-
bruikt te worden - zoals bijv.: als onderaard-
n
se leiding voor de aansluiting van een
tuinstekkerdoos, een vijverpomp of voor
opslag in de open lucht)
z Ze moeten beveiligd zijn tegen opspattend wa-
ter.
z Gebruik een aardlekbeveiliging (RCD) met
een lekstroom van maximaal 30 mA.
z Bevestig de aansluitkabel aan de kabelontlas-
ting. Laat de kabel niet tegen randen, puntige
of scherpe voorwerpen aan schuren. Klem de
kabel niet tussen deuropeningen of raamkie-
ren. Schakelvoorzieningen mogen niet worden
verwijderd of overbrugd (bijv. schakelhefboom
verbinden met de duwstang).
Bij gebruik
z Houdt altijd uw handen en voeten van de snij-
voorziening weg, vooral wanneer u de motor
inschakelt.
z Vermijd enig letsel aan elke voorziening, die
dient voor het afsnijden van de draadlengte.
Na het uittrekken van een nieuwe draad houdt
u de machine altijd in de normale werkpositie,
voordat deze wordt ingeschakeld.
z De draadmaaier bij gebruik parallel aan het
gazon houden om verwondingsgevaar te voor-
komen.
z Altijd een veilige afstand van de draaiende
draad innemen.
z Ogen beschermen!
z Draag geschikte kleding; geen kleding die ge-
makkelijk beschadigd kan worden. Draag ste-
vige schoenen en bescherm uw benen door
het dragen van een lange broek.
z Bij het lopen van de ene naar de andere werk-
plek dient de motor uitgeschakeld te zijn.
z Wees vooral voorzichtig bij achteruitlopen.
z Houdt de verlengkabel uit de buurt van de
maaikop.
z Als de aansluitkabel gedurende het gebruik
wordt beschadigd, moet deze onmiddellijk van
het net elektriciteitsnet gescheiden is. Kabel
niet aanraken voordat deze van het geschei-
den is.
2
z Het apparaat bij rustpauzes niet onbeheerd la-
en
ten liggen. Berg het veilig op.
z De in het apparaat geinstalleerde schakelaars
mogen niet verwijderd worden of door middel
van omleidingen uitgeschakeld worden.
z De draadspoel mag tijdens het gebruik (trim-
men) de grond niet raken.
23