Probleemoplossingsschema
WAARSCHUWING! Als de machine voor onderhoud of probleemoplossing niet hoeft te draaien,
!
dient de motor uitgeschakeld te zijn en de bougiekabel losgekoppeld te worden van de bougie.
Probleem
Waarschijnlijke oorzaak
Onjuiste startprocedure.
Luchtfilter verstopt
Geen brandstof in de brandstoftank
Bougie defect
Bougiekabel losgekoppeld.
De machine start
niet
Loszittend blad of defecte bladadapter
Defecte motorremhendel
Brandstofklephendel (indien aanwezig) in
stand OFF
De accuspanning is te laag (indien aanwezig)
Accu onjuist aangesloten (indien aanwezig)
Maaihoogte te laag.
Bijzonder lang gras maaien
Luchtfilter verstopt
Minder
Ophoping van gras, bladeren en afval onder de
vermogen
maaier
Te veel olie in de motor
Te hoge rijsnelheid
Versleten, verbogen of loszittend blad
Ongelijkmatig
Ongelijke wielhoogten
maaien
Ophoping van gras, bladeren en afval onder de
maaier
Versleten, verbogen of loszittend blad
Overmatige
trillingen
Verbogen motorkrukas
De rem van het vliegwiel van de motor is
geactiveerd als de motorremhendel wordt
losgelaten
Het startkoord is
moeilijk aan te
Verbogen motorkrukas
trekken
Kapotte bladadapter
Onjuiste startprocedure.
Te lage maaihoogte
Grasopvangbak
vult niet (indien
Versleten mes
aanwezig)
De opvangbak laat geen lucht door
Bijzonder lang gras maaien
De machine
Te lage maaihoogte
voortduwen is
Grasopvangbak te vol
moeilijk
Hoogte van de handgreep niet juist voor u
De aandrijving
Versleten, beschadigde of ongespannen
voelt langzaam
koppelingskabel
aan
150 – Dutch
PROBLEMEN OPLOSSEN
Mogelijke oplossing
Zie de instructies in het hoofdstuk "Starten en stoppen".
Maak het luchtfilter schoon. Vervang indien nodig.
Vul brandstof bij
Vervang de bougie.
Controleer of de bougiekabel op de bougie is
aangesloten.
Draai de mesbout aan of vervang de bladadapter.
Neem contact op met een erkende servicewerkplaats.
Schakel de brandstofklephendel naar de stand ON.
De accu opladen.
Sluit de accu op de motor aan
Verhoog de maaihoogte.
Maak het luchtfilter schoon. Vervang indien nodig.
Reinig de onderkant van de behuizing van de maaier.
Controleer het motoroliepeil
Maai bij een lagere rijsnelheid.
Vervang het blad als dit is verbogen of beschadigd.
Stel alle wielen af op dezelfde hoogte
Reinig de onderkant van de behuizing van de maaier.
Vervang het blad als dit is verbogen of beschadigd.
Neem contact op met een erkende servicewerkplaats.
Druk de motorremhendel richting de handgreep alvorens
aan het startkoord te trekken.
Neem contact op met een erkende servicewerkplaats.
Neem contact op met de servicewerkplaats.
Zie de instructies in het hoofdstuk "Starten en stoppen".
Verhoog de maaihoogte.
Het blad vervangen
Grasopvangbak reinigen/inspecteren
Verhoog de maaihoogte.
Maak de grasopvangbak leeg
Pas de hoogte van de handgreep aan (indien aanwezig)
Zie het hoofdstuk "Starten en stoppen" voor meer
informatie.