2.11 Hou geen vo-
2.12 Plaats de haard
orwerpen boven de
uit de wind.
vlammen.
2.14 Raak de vlam-
2.15 Plaats de haard
men niet aan.
niet in de buurt van
licht ontvlambare vo-
orwerpen.
2.17 Volg de blusinstructies voor ethanol.
9
2.13 Blaas niet in het
vuur.
2.16
Hou
een
brandblusapparaat
binnen handbereik.
2.18 Rook niet tijdens
het gebruik van etha-
nol.
3. GEBRUIKSADVIEZEN
3.1 Respecteer de lokale wetgeving inzake gebruik en installatie van de
ethanol-haarden.
3.2 Gebruik de haard enkel in een voldoende verluchte ruimte.
3.3 Wacht met het aansteken of vullen van de brander tot deze helemaal
afgekoeld is. Wacht ten minste 15 minuten na het doven van de brander
alvorens deze te vullen met brandstof en opnieuw aan te steken.
3.4 Hou brandbaar materiaal uit de buurt van de haard.
3.5 Verander zelf niets aan het model of constructie van de haard.
3.6 SGebruik enkel accessoires en onderdelen die geleverd en goed-
gekeurd zijn door de fabrikant.
3.7 Gebruik voor de Horus sfeerhaard ethanol die geschikt is voor sfe-
erhaarden met een minimale ethanol concentratie van 96%.
3.8 De buitenste delen van de haard en in het bijzonder de brander worden
heel warm tijdens het gebruik; wees uitermate voorzichtig.
3.9 Wanneer meerdere apparaten op ethanol tegelijkertijd branden, dan
mag de nominale waarde niet hoger liggen dan 4,5 kWh of dan moet de
ruimte extra verlucht worden.
3.10 Verwijder eventuele gemorste ethanol met een doek alvorens de haard
aan te steken.
3.11 Controleer regelmatig alle onderdelen van de haard. Vermijd op die
manier dat achtergebleven resten van brandstof vuur vatten tijdens het
gebruik.
3.12 De haard is bestemd voor regelmatig, doch geen continue gebruik.
3.13 Laat de haard nooit ontbewaakt achter tijdens het gebruik.
3.14 Gebruik enkel de brandstof vermeld in punt 3.7.
3.15 Laat een brandende haard nooit onbeheerd achter.
3.16 Richt u tot een erkend verkoper in geval van twijfel of problemen ivm
de werking van de haard..
10