• Laat het soldeervlak na het soldeerproces afkoelen. Het soldeer verhardt, afhankelijk van de grootte van de
soldeerverbinding, binnen ca. 1 à 2 seconden. Beweeg gedurende deze periode het gesoldeerde bouwelement
niet, omdat er anders een zogenaamde koude soldeerplek ontstaat.
De soldeernaad ziet er mat zilver uit, biedt geen goed elektrisch contact en geen goede mechanische fixatie.
Een perfecte soldeerverbinding glanst daarentegen als chroom.
• Verwijder regelmatig vloeimiddelresten van de soldeerpunt (bijvoorbeeld met een vochtige spons). Daartoe de
soldeerpunt kort afstrijken.
Druk de soldeerpunt niet in de vochtige spons. Houd de soldeerpunt ook nooit te lang tegen de spons,
omdat deze hierdoor beschadigd wordt.
Let er altijd op, dat de spons voldoende vochtig is. Maak de soldeerpunt nooit schoon aan een droge
spons.
Gebruik als alternatief voor een spons een apart verkrijgbare droogreiniger.
Mechanische schade aan de soldeerpunt beschadigt de beschermingslaag die zich daar bevindt en
vermindert de levensduur aanzienlijk. Reinig de soldeerpunt daarom niet met scherpe voorwerpen of een
metalen borstel.
• Verwijder vloeimiddelresten van de soldeerpunt voordat u de soldeerwerkzaamheden beëindigt. Vervolgens moet
u de soldeerpunt vertinnen. Doe een beetje soldeer op de soldeerpunt, zodat er een gelijkmatige film van soldeer
op de punt ontstaat. Dit voorkomt corrosie van de soldeerpunt.
Plaats de soldeerbout vervolgens in de soldeerbouthouder. Zet dan het soldeerstation uit.
Gevaar voor brandwonden!
De soldeerbout heeft ongeveer 10 à 15 minuten nodig om volledig af te koelen. Pak gedurende deze tijd
noch de soldeerpunt, noch de houder vast.
b) Heteluchtmondstuk
Ga te werk zoals in het vorige onderhoofdstuk beschreven is en let bovendien op de volgende aanwijzingen:
Gevaar voor brandwonden!
Neem het heteluchtmondstuk alleen bij de kunststofgreep vast. Raak nooit het hete spuitstuk of de metalen
schacht aan.
Richt de hete luchtstraal nooit in de richting van uw lichaam.
Brand- en explosiegevaar!
Richt de hete luchtstraal nooit op gevoelige materialen, brandbare voorwerpen, gassen e.d.
Richt de hete luchtstroom van het spuitstuk op de plek waar het soldeerproces moet worden uitgevoerd. De afstand
mag niet te groot zijn (omdat anders de hete lucht het soldeer niet voldoende kan verhitten). Een te kleine afstand
moet echter ook vermeden worden, omdat het bouwelement anders te sterk verhit kan worden.
50