Gebruik geen oplosmiddelen of producten
•
met een zure of basische pH zoals bleekwa-
ter, noch schuurmiddelen, om het apparaat
schoon te maken.
Dompel het apparaat niet onder in water of
•
een andere vloeistof en houd het niet onder de
kraan.
Het is raadzaam om het apparaat geregeld
•
schoon te maken en alle voedselresten te
verwijderen.
Indien het apparaat niet goed schoongehou-
•
den wordt, kan het oppervlak beschadigd en
de levensduur van het apparaat verkort wor-
den, en kan er een gevaarlijke situatie onts-
taan.
De volgende onderdelen mogen met warm
•
zeepsop schoongemaakt worden of in de va-
atwasser geplaatst worden (op een zacht was-
programma):
Kan
•
Perskegels
•
Filter
•
Pulpregelaar
•
Deksel
•
Droog alle onderdelen goed af alvorens het
•
apparaat opnieuw te monteren en op te ber-
gen.
NL