G E B R U I K S A A N W I J ZI N G / N E D ER LA N D S
1. Leg de beide PowerSock rc accupacks naast
elkaar en houd de functietoets '+' (afb. 1.3) van
de beide PowerSock rc accupacks ingedrukt. Na
ca. 6 seconden knippert de indicatie van de
verwarmingsstap (afb. 1.2) drie keer, en licht
daarna permanent op in de programmeermodus.
Programmeermodus
2. Breng nu de afstandsbediening in de buurt van
de beide PowerSock rc Accupacks en houd
minstens 5 seconden de + en – toets op de
afstandsbediening (afb. 2.2) gelijktijdig
ingedrukt.
BELANGRIJK:
De afstand tussen de afstandsbediening en de
PowerSock rc accupacks mag niet groter zijn dan
15 cm!
3. De verwarmingsstapindicaties van de
PowerSock rc accupacks (afb. 1.2) en de
afstandsbediening (afb. 3.1) knipperen ter
bevestiging van de synchronisatie.
4. De PowerSock rc accupacks schakelen zichzelf
na de synchronisatie automatisch in de POWER
OFF-modus.
O N D E R H O U D , O P S LA G E N V ER Z O R G E N
V A N D E P O W E R S O C K A C C U PAC K S
Om een lange levensduur te garanderen,
adviseren we de PowerSock accuPacks in koele
ruimtes (5°C - 20°C) half opgeladen te bewaren.
De PowerSock accupacks moeten uitgeschakeld
(indicatie verwarmingsstap (afb. 1.2) uit) en
losgekoppeld van de sok en het laadapparaat
worden opgeslagen.
Bij opslag gedurende langere tijd moeten de
PowerSock Accupacks minstens om de 6 maanden
worden ontladen en weer half worden opgeladen
– 84 –