3 Aan de slag
De filters plaatsen
Opmerking
• Zorg ervoor dat de luchtzuiveraar niet
op het stopcontact is aangesloten
voordat u de filters plaatst.
• Zorg dat de kant van de filter met het
label in uw richting wijst.
1
Trek het onderste deel van het
voorpaneel en til dit voorzichtig
op om dit te verwijderen van de
luchtzuiveraar (afb. c).
2
Druk het uitsteeksel omlaag (1) en
trek het voorfilter naar u toe (2)
(afb. d).
3
Verwijder alle filters (afb. e).
4
Verwijder alle
verpakkingsmaterialen van de filters
(afb. f).
5
Plaats eerst het dikke filter
(FY1410) in de luchtzuiveraar en
vervolgens het dunne Active
Carbon-filter (FY1413) (afb. g). De
modelnummers zijn weergegeven
op elk filter.
6
Plaats het voorfilter terug in de
luchtzuiveraar (afb. h).
Opmerking
• Zorg dat de kant met het uitsteeksel
in uw richting wijst, en dat alle haakjes
van het voorfilter op de juiste manier
op de luchtreiniger zijn bevestigd.
7
Plaats het voorpaneel terug door
de bovenkant van het paneel op de
bovenkant van de luchtzuiveraar
te drukken (1). Druk vervolgens
zachtjes het paneel tegen de
luchtzuiveraar (2) aan (afb. i).
8
Was uw handen grondig nadat u de
filters hebt geplaatst.
Wi-Fi-verbinding
De Wi-Fi-verbinding voor de
eerste keer instellen
1
Ga naar de App Store of Google
Play en download en installeer de
Philips 'Clean Home+'-app.
2
Steek de stekker van de
luchtzuiveraar in het stopcontact en
druk op
om de luchtzuiveraar in
te schakelen.
» De Wi-Fi-indicator
eerste keer oranje.
3
Controleer of uw smartphone of
tablet op uw Wi-Fi-netwerk is
aangesloten.
4
Open de 'Clean Home+'-app en klik
op 'Een nieuw apparaat verbinden'
of druk op de '+'-knop boven aan
het scherm. Volg de instructies op
het scherm om de luchtzuiveraar op
uw netwerk aan te sluiten.
knippert de
NL
141