2.
Sluit de gele RCA-stekker (yellow) aan de videoaansluiting [H], en de rode en
witte audiostekker aan de audioaansluitingen [I] respectievelijk [J]. Sluit een
S-video-kabel gewoonweg aan de S-video-aansluiting [G].
3.
Sluit de scartstekker aan de scartingang of sluit de vrije S-video-stekker aan
de S-video-ingang van een tv-toestel, monitor... (niet meegeleverd).
4.
Steek de voedingsstekker van de meegeleverde voedingsadapter [K] in de
voedingsaansluiting [F]. Gebruik enkel de meegeleverde adapter of een
adapter met dezelfde specificaties.
5.
Plaats de aan-uitschakelaar [C] op OFF en koppel de adapter aan het lichtnet.
Opmerking: Zorg ervoor dat de adapter goed toegankelijk is. Trek de stekker
altijd uit het stopcontact als u het apparaat niet gebruikt.
7. Gebruik
1.
Schakel de ontvanger en de zender in [C].
2.
Vouw de antennes open en richt de gegroefde zijdes naar elkaar [7] voor de
beste ontvangst.
Opmerkingen:
De antennes kunnen niet over een hoek van 360° ronddraaien. Draai de
o
antennes zachtjes naar elkaar toe.
Verwijder elk object tussen de twee antennes.
o
Houd de afstand tussen de twee antennes zo kort mogelijk.
o
3.
Stel het kanaal in met de keuzeschakelaar [B]. Selecteer het kanaal met de
beste ontvangst en de minste storing. Selecteer nu ook datzelfde kanaal op
de ontvanger.
4.
Richt de afstandsbediening naar de ontvanger (zie [8]) en bedien zo de
toestellen. Kies met de keuzeschakelaar [E] een andere frequentie
(A = 38 kHz; B = 56 kHz) indien er storing optreedt.
8. Problemen en oplossingen
Geen beeld, geen geluid
•
Controleer alle aansluitingen en schakel alle toestellen in.
•
Selecteer hetzelfde kanaal op zowel de zender als de ontvanger.
•
Zorg ervoor dat u bij gebruik van S-video-kabels het tv-toestel in de correcte
modus plaatst. Raadpleeg de handleiding van uw tv-toestel.
Storing
•
Verplaats de antennes van de zender en ontvanger lichtjes.
•
Koppel de voedingsadapter aan een spanning van minstens 220 VAC.
•
Selecteer een andere frequentie op de zender en de ontvanger.
•
Verplaats de zender en/of de ontvanger.
•
Vouw de antennes niet open indien de afstand tussen zender en ontvanger
kleiner is dan 10 m.
•
Schakel alle magnetrons uit.
Afstandsbediening functioneert niet
•
Richt de afstandsbediening naar de ontvanger (zie [8]) en houd de knop
gedurende 1 seconde ingedrukt.
•
Zorg ervoor dat de infraroodogen naar de sensor gericht staan.
•
Gebruik de afstandsbediening met nieuwe batterijen.
V. 02 – 17/09/2012
AVMOD19
13
©Velleman nv