Zorg dat de afdekdop op zijn plaats zit
voodat u een losse accu opbergt of
transporteert.
Compensatiestand
De compensatiestand helpt om de
maximale capaciteit van de accu te
handhaven. Het is aan te bevelen om
deze functie wekelijks dan wel elke
10 laad-/ontlaadcycli te gebruiken.
• Start het laadproces zoals hierboven beschreven.
• Als de oplaad-indicatie stopt met knipperen,
laat u de accu nog ca. 4 uur in de oplader.
Vertraagd opladen van verhitte accu's
Wanneer een verhitte accu in de oplader wordt
geplaatst, wordt het oplaad-proces automatisch
uitgesteld. Nadat de accu is afgekoeld, schakelt de
oplader automatisch over naar de laadstand.
Hierdoor wordt een lange levensduur van de accu
gegarandeerd. De rode oplaad-indicatie (14)
knippert gedurende de vertragingstijd afwisselend
kort en lang.
Lege-accu-indicatie (fig. C1)
De lege-accu-indicatielamp (15) bevindt zich op het
controlepaneel. De indicatielamp brandt terwijl de
machine is ingeschakeld. Hij gaat knipperen om aan
te geven dat de accu moet worden opgeladen.
Tegelijkertijd valt de machine automatisch stil.
• Schakel de machine uit zodra de indicatielamp
knippert en neem de accu (11) uit de machine
om hem op te laden.
De machine blijft non-operationeel
zolang een lege accu is aangebracht.
Accutype (fig. C3 & C4)
De machine is geschikt voor accu's van verschillende
voltages.
• Om accu's van 18 volt aan te brengen, draait u
de adapterplaat (25) naar positie A.
• Om accu's van 9,6, 12 of 14,4 volt aan te brengen,
draait u de adapterplaat (25) naar positie B.
Zie de tabel achterin voor een selectie van te
gebruiken accu's.
Opstellen van de machine (fig. D1 - D5)
De machine kan in verschillende opstellingen
worden geplaatst en kan voor diverse toepassingen
worden gebruikt.
Vloeropstelling (fig. D1)
• Plaats de machine op een relatief vlak en egaal
oppervlak.
• Stel de machine in voor waterpas of loodrecht
uitlijnen.
Muuropstelling (fig. D2 - D4)
De machine is uitgerust met een klem (4) voor
montage aan muurrails om het waterpas uitlijnen van
verlaagde plafonds en soortgelijke speciale projecten
te vereenvoudigen (fig. D2).
• Bevestig de machine op de muurbevestiging
door de draadpen (23) in een van de
aansluitpunten in de machine te steken en de
knop (8) aan te draaien.
• Zet de machine op de zijkant met de klem (6) in
positie voor bevestiging aan de muurrail (fig. D3).
• Terwijl de muurbevestiging (4) naar de muur
gericht is, draait u de vergrendeling (7) hiervan
rechtsom om de klembek te openen.
• Plaats de klembek over de muurrail en draai de
vergrendeling (7) linksom om de klembek op de
rail vast te zetten.
• Controleer of de vergrendeling (7) goed is
vergrendeld.
Controleer voordat u de machine aan
een muurrail bevestigt of de rail stevig
aan de muur is vastgemaakt.
• Als alternatief kan de machine met behulp van de
montagegaten (27) in de muurbevestiging aan de
muur worden opgehangen (fig. D2).
– Houd de machine op de gewenste positie
tegen de muur en markeer de locatie van de
twee bevestigingsgaten op de muur (fig. D4).
– Boor een gat op elk van de gemarkeerde
locaties (vereist: ø 6 mm, ca. 35 mm diep).
– Steek een overeenkomstige plug in elk van de
gaten.
– Draai een schroef in elk van de pluggen
(vereist: 6 x 50 mm).
– Hang de machine aan de schroeven op.
N E D E R L A N D S
89