24
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar
is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
• Sluit het apparaat alleen aan op een drink-
8)
waterleiding.
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden
die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van
onderhoud aan het apparaat, dienen uit-
gevoerd te worden door een gekwalifi-
ceerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhou-
den door een erkend onderhoudscentrum
en er dient alleen gebruik te worden ge-
maakt van originele reserveonderdelen.
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de
ozonlaag kunnen beschadigen, niet in
Bedieningspaneel
1
Controlelampje
2
AAN/UIT-schakelaar
3
Temperatuurregelaar (warmst)
4
Controlelampje van de temperatuur
5
Temperatuurregelaar (koudst)
6
Auto Fresh-lampje
7
Auto Fresh-schakelaar
Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de AAN/UIT-schakelaar.
Het controlelampje gaat aan.
Belangrijk! Bij het inschakelen komt de
weergegeven temperatuur niet overeen met
de ingestelde temperatuur totdat deze
gestabiliseerd is (binnen 24 uur).
Uitschakelen
Druk op de toets ON/OFF totdat het aftellen
van 3-2-1 voltooid is.
8) Indien er een wateraansluiting voorzien is
Bedieningspaneel koelkast
1 2
3
4
het koelcircuit en evenmin in de isolatie-
materialen. Het apparaat mag niet wor-
den weggegooid bij het normale huis-
houdelijke afval. Het isolatieschuim be-
vat ontvlambare gassen: het apparaat
moet weggegooid worden conform de
van toepassing zijnde regels die u bij de
lokale overheidsinstanties kunt verkrij-
gen. Voorkom beschadiging aan de
koeleenheid, vooral aan de achterkant
bij de warmtewisselaar. De materialen
die gebruikt zijn voor dit apparaat en die
voorzien zijn van het symbool
cyclebaar.
5 6 7
Het temperatuurdisplay gaat uit. Het contro-
lelampje gaat uit.
Temperatuurregeling
U kunt de temperatuur instellen tussen de
+2°C en +8°C.
De huidige temperatuurinstelling gaat knip-
peren op het temperatuurdisplay door op de
temperatuurregelaars te drukken. U kunt de
temperatuurinstelling alleen veranderen als
het display knippert. Om een hogere tempe-
ratuur in te stellen drukt u op de tempera-
tuurregelaar 'warmst'. Om een lagere tem-
peratuur in te stellen drukt u op de tempera-
tuurregelaar 'koudst'. Op het temperatuur-
display verschijnt de nieuw gekozen tempe-
ratuur gedurende enkele seconden waarna
de temperatuur in het vak weer wordt weer-
gegeven.
De nieuw ingestelde temperatuur moet na 24
uur bereikt zijn.
zijn re-