BEDIENING
Bediening van het apparaat
Het bedieningspaneel staat weergegeven op afbeelding 10. Om het u
makkelijk te maken staat het ook hieronder:
Het apparaat moet worden gebruikt in overeenstemming met zijn be-
stemming; het apparaat beschikt over de functies en werkmodi die zijn
getoond op de illustraties.
Als u het apparaat voor de eerste keer inschakelt worden de icoontjes
op het bedieningspaneel verlicht. De verlichting dooft als u geen van de
knoppen indrukt en de deur gesloten blijft.
Temperatuurcontrole
De aanbevolen temperatuur in de diepvriezer bedraagt -18 °C. Om de
temperatuur te wijzigen moet u zich houden aan onderstaande instruc-
ties. Waarschuwing! De ingestelde temperatuur is de gemiddelde tem-
peratuur in de hele ruimte. De temperaturen in de ruimten kunnen ver-
schillen van de waarde die is opgegeven op de display, afhankelijk van de
hoeveelheid bewaarde producten en de plaats waar ze worden bewaard.
Ook de omgevingstemperatuur kan de daadwerkelijke temperatuur in
het apparaat beïnvloeden.
1. Diepvriezer (Freezer)
Om de gewenste temperatuurwaarde van de diepvriezer in te stellen
tussen -14 °C en -24 °C drukt u op de knop "Temp." en op het bedie-
ningspaneel verschijnt de betreffende waarde in overeenstemming met
de volgende sequentie.
- 83 -