Alle batterijen moeten op hetzelfde moment worden vervangen. Het mengen
van oude en nieuwe batterijen kan leiden tot het uitlopen van de batterijen
en tot beschadiging van het apparaat.
Batterijen mogen niet kortgesloten, uit elkaar gehaald of in het vuur gegooid
worden. Er bestaat explosiegevaar!
Plaats de batterijen niet aan extreme omstandigheden bloot. Plaats ze niet
op radiatoren en stel ze niet bloot aan rechtstreekse zonnestralen.
Traditionele niet-oplaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen. Ex-
plosiegevaar! U mag enkel accu´s opladen die hiervoor geschikt zijn en ge-
bruik enkel geschikte opladers.
Let bij het plaatsen van de batterijen op de juiste polariteit (plus/+ en min/-).
Verwijder de ontladen batterijen zo snel mogelijk uit het apparaat om lekken te
voorkomen. Gebruik altijd uitsluitend batterijen van hetzelfde type en met de-
zelfde laadtoestand. Gebruik enkel batterijen die tegen lekken zijn beschermd.
• Open het batterijvak op de achterzijde van het apparaat.
• Plaats vier nieuwe batterijen van het type 1,5 V-mignon (AA) volgens de juiste pool-
richting in het batterijvak. De juiste polariteit is aangegeven in het batterijvak.
• Sluit het batterijvak opnieuw.
• Wanneer het apparaat niet goed meer werkt of als het schermcontrast slechter
wordt, zijn de batterijen leeg en moeten deze worden vervangen.
b) Netaansluiting
Voor stroomtoevoer via het stroomnet mag enkel de meegeleverde netadap-
ter gebruikt worden.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt (vb. voor
het begin van een lange reis), trekt u de netadapter uit de contactdoos en
verwijder de batterijen.
Het contactdoos waaraan de netadapter wordt aangesloten, moet zich in de
buurt van het apparaat bevinden en makkelijk toegankelijk zijn zodat het ap-
paraat in geval van storingen snel en zonder gevaren van de netspanning kan
worden gescheiden.
67