• Trek de voedingskabel steeds aan de stekker uit het stopcontact, trek nooit aan de kabel zelf.
• Raak de voedingskabel en stekker nooit met natte handen aan. U hebt anders kans op een
elektrische schok!
• Ga zorgvuldig met elektrische kabels om; niet knikken of platdrukken. Leg de kabels niet op
de vloer zodat men erop trappen kan. Ga vooral voorzichtig met de kabel om die direct van
het apparaat naar het stopcontact gaat.
• Kabels en stopcontacten die niet de voorgeschreven spanning hebben, kunnen brand of een
elektrische schok veroorzaken. Wanneer het apparaat vrij lange tijd niet wordt gebruikt, dit
van het elektriciteitsnet loskoppelen en batterijen verwijderen. Ook wanneer het apparaat is
uitgezet, de stekker echter nog in het stopcontact zit, is het niet stroomvrij.
Ingebruikneming van het apparaat
Netvoeding
• Attentie! Overtuig u ervan, dat de functie-selectie-schakelaar (1.) op "OFF" staat, voordat de
voedingskabel op het stopcontact wordt aangesloten of de batterijen worden geplaatst.
• Sluit de meegeleverde voedingskabel voor 230 V wisselstroom eerst aan op het apparaat (25.),
voordat u deze met een stopcontact verbindt.
Batterijvoeding
• Open het batterijvak (26.) aan de achterzijde van het apparaat, plaats de batterijen (8 x 1,5 V
batterijen type C/LR 14/UM2; niet bij de levering inbegrepen) en let hierbij op de markeringen
voor de plus- (+) en minpool (-) en sluit het vak vervolgens weer.
• Bij het overschakelen van net- op batterijvoeding de voedingskabel uit het
stopcontact trekken.
• De batterijen dienen te worden vervangen wanneer het volume minder wordt of wanneer het
geluid tijdens het afspelen vervormd is.
Aanwijzingen voor het vervangen van de batterijen:
• Gebruik nooit batterijen van verschillende typen samen. Vervang altijd alle batterijen, gebruik
nooit oude en nieuwe batterijen samen.
• Laad de batterijen nooit op (behalve speciale oplaadbare batterijen). Stel batterijen nooit
bloot aan hitte of open vuur; gevaar voor vorming van giftige dampen of explosiegevaar!
• Gebruikte batterijen direct verwijderen. Wis eventueel vrijgekomen batterij-elektrolyt
zorgvuldig af.
• Wanneer het apparaat vrij lange tijd niet wordt gebruikt de batterijen verwijderen om
vrijkomen van batterij-elektrolyt te voorkomen.
De CD-speler gebruiken
Algemene aanwijzingen
• Gebruik geen CD's die van de norm afwijken (bijv. hartvormig, octagonaal, enz.); hierdoor
kunnen storingen optreden.
• Plaats niet meer dan één CD in het CD-vak.
• Open het CD-vak niet tijdens het afspelen van een CD.
• Raak de lens van de CD-speler niet aan; hierdoor kunnen storingen optreden.
CD-weergave
1. Functie-selectie-schakelaar (1.) op stand „CD"; CD-display (11.) geeft "00" weer.
2. Open het CD-vak (2.) door op "CD Open/Close" (3.) te drukken en plaats een CD (met de
bedrukte resp. geëtiketteerde kant naar boven). Sluit vervolgens het CD-vak. Het totale aantal
nummers op de CD wordt op het display (11.) weergegeven.
3. Druk op de „Play"-toets (16.), stel het volume met de volume-regelaar (6.) in. De „Play"-
indicator (14.) licht op. Het display (11.) geeft het nummer van de track die afgespeeld wordt, weer.
4. Druk voor het overschakelen naar pauze eveneens op de "Play"-toets (16.), door nogmaals op
deze toets te drukken wordt de weergave voortgezet.
5. Druk op de "Stop"-toets (18.) om de weergave te stoppen.
17