Niet toegestane typen brandstof
Er mag niet met de volgende materialen worden gestookt: bedrukt materiaal • spaanplaat • plastic • rubber
• vloeibare brandstoffen • afval zoals melkpakken • gelakt, beschilderd of geïmpregneerd hout. Er mag met
bovenstaande materialen niet worden gestookt omdat ze bij verbranding stoffen afgeven die schadelijk
zijn voor de gezondheid en het milieu. Bovendien kunnen deze stoffen uw kachel en uw schoorsteen
beschadigen. De garantie komt daarbij te vervallen.
Opslag van hout
Een vochtgehalte van maximaal 18% komt tot stand als u het hout minimaal één jaar, maar liefst twee
jaar buiten onder een afdak bewaart. Hout dat binnen wordt bewaard, wordt al gauw te droog en brandt
daardoor te snel. Het is echter wel zinvol aanmaakhout een paar dagen vóór gebruik binnen te leggen.
Aanbevolen afmetingen
Hoe goed de verbranding is, is sterk afhankelijk van de afmetingen van het hout. De volgende afmetingen
worden aanbevolen:
Type hout
Aanmaakhout (kleine stukken)
Gekloven brandhout
Speciale aansteekprocedure voor houkachels met speksteen- of zandsteenbekleding
Speksteen en zandsteen zijn natuurproducten die onderhevig zijn aan temperatuurschommelingen.
We raden aan om de procedure hieronder te volgen:
1. Eerste keer opstoken
Draai de regelknop (afbeelding E, 1) met de klok mee naar het maximum. Leg twee stukken hout (met een
diameter van 5-8 cm) horizontaal op de bodem van de verbrandingskamer (1-1,5 kg). Leg daar kriskras
6-10 aanmaakhoutjes bovenop. Leg 4 aanmaakblokken tussen de bovenste laag aanmaakhoutjes. Steek
de aanmaakblokken aan en sluit de deur. Als u problemen heeft met condens op het glas, kunt u de deur
evt. een poosje op een kier zetten alvorens deze te sluiten. Open de deur wanneer het vuur is gedoofd
en laat deze open terwijl de kachel tot kamertemperatuur afkoelt.
2. Tweede keer opstoken
Draai de regelknop (afbeelding E, 1) met de klok mee naar het maximum. Leg twee stukken hout
(met een diameter van 5-8 cm) horizontaal op de bodem van de verbrandingskamer (1-1,5 kg). Leg
daar kriskras 6-10 aanmaakhoutjes bovenop. Leg 4 aanmaakblokken tussen de bovenste laag aan-
maakhoutjes. Steek de aanmaakblokken aan en sluit de deur. Als u problemen heeft met condens
op het glas, kunt u de deur evt. een poosje op een kier zetten alvorens deze te sluiten.
Wanneer er geen gele vlammen meer zichtbaar zijn en er een goede laag sintels is ontstaan kan de
kachel weer worden opgestookt. Voorzie een correcte gloeilaag. Hiervoor moet de bodem van het
verbrandingskamer volledig zijn bedekt met sintels, die goed gloeien. Leg 2 nieuwe houtblokken (max.
1,2 kg per stuk) met een diameter van ongeveer 7-9 cm in de houtkachel. Wanneer al het hout in
brand staat draait u de regelknop (1) naar de middelste positie. Laat het vuur opbranden en laat de
kachel tot kamertemperatuur afkoelen alvorens u deze weer opstookt.
3. Derde keer opstoken
Herhaal de procedure voor de tweede keer opstoken, maar gebruik dit keer meer hout. Laat het vuur
opbranden en laat de kachel tot kamertemperatuur afkoelen nadat het vuur is gedoofd.
De daaropvolgende stookbeurt
Volg de algemene handleiding, zie de paragrafen "Aanmaken" en "Opstoken".
De kachel aanmaken (afbeelding E)
Voor een goede verbranding is het heel belangrijk dat de kachel op de juiste manier wordt aangemaakt.
Een koude houtkachel en een koude schoorsteen bemoeilijken de verbranding. Het is belangrijk om zo
snel mogelijk een hoge rookgastemperatuur te bereiken.
Lengte in cm
30-45
30-45
12
Diameter in cm
2-5
7-9