4. Stel met behulp van de thermostaatknop de
gewenste stand in (zie figuur 4) :
Stand Temperatuur (°C)
1 ca. 115°C
2 ca. 155°C
3 ca. 175°C
4 ca. 185°C
5 ca. 220°C
LET OP:
•
H et indicatielampje op de thermostaat
zal oplichten om aan te geven dat het
verwarmingselement is ingeschakeld.
5. Na een paar minuten gaat het indicatielampje
uit. Zodra het indicatielampje gedoofd is, heeft het apparaat de vereiste temperatuur bereikt en is het
klaar voor gebruik
LET OP:
• T ijdens gebruik zal het verwarmingselement in- en uitgeschakeld worden om de temperatuur van de
pan constant te houden. Het indicatielampje zal dan ook af en toe oplichten.
GeBruik
1. Laat de pan voorverwarmen (zie 'Voorverwarmen').
2. Smeer de bodem van de pan eventueel in met een beetje olie.
3. Leg de etenswaren die u wilt bereiden in de pan.
4. Bereid de etenswaren totdat deze gaar zijn. Keer de etenswaren zo nu en dan om, zodat ze geleidelijk
gaar worden.
5. Neem de etenswaren uit de pan en plaats ze op een bord. Voorzichtig! De etenswaren zijn heet.
LET OP:
• Gebruik geen vorken, messen of andere scherpe voorwerpen! Hiermee kunt u de anti-aanbaklaag
beschadigen.
GeBruik - einde gebruik
1. Draai de regelknop van de thermostaat naar de stand "0".
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Laat het apparaat volledig afkoelen.
4. Verwijder de thermostaat uit het apparaat door het apparaat met een hand bij de handgreep vast te
pakken en met de andere hand de uitneembare thermostaat los te trekken. Pas op dat u hierbij de
metalen aansluitbus van het apparaat niet aanraakt; deze kan nog heet zijn. Pak de thermostaat alleen
vast bij het kunststof gedeelte. De metalen pin op de thermostaat kan zeer heet zijn.
reiniGinG en onDerHouD
Reinig het apparaat na elk gebruik.
1. Neem de stekker uit het stopcontact, laat het apparaat volledig afkoelen en verwijder de thermostaat uit
de aansluiting.
2. Reinig de pan en het onderstel met een vochtige doek en eventueel wat afwasmiddel.
3. Droog de pan en het onderstel grondig af.
LET OP:
• Zorg ervoor dat het apparaat niet is aangesloten op de netvoeding als u het gaat schoonmaken.
• G ebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals messen of
harde borstels) bij het reinigen.
• D ompel de aansluitbus, de thermostaat, de stekker en het snoer nooit in water of een andere vloeistof.
5
19
NL