Installatie
Opmerking: indien het apparaat
niet in een rechtopstaande
positie is opgeslagen of
vervoerd, dient men het
product 12 uur vóór gebruik
in de rechtopstaande positie
te plaatsen. Bij twijfel dient
men het product in een
rechtopstaande positie te
plaatsen.
1. Haal het product uit de verpakking. Zorg ervoor
dat u de beschermingsfolie en -lagen van alle
oppervlakken heeft verwijderd.
2. Om de prestaties en levensduur te
optimaliseren, dient u ervoor te zorgen dat
er minimaal 2,5 cm afstand wordt gehouden
tussen de unit en muren en andere objecten,
met een minimale vrije ruimte van 5 cm aan
de bovenkant. PLAATS NOOIT NAAST EEN
WARMTEBRON.
Opmerking: Voor het eerste
gebruik van dit product dient u
de lades en de binnenzijde met
zeepwater te reinigen.
3. Zet de remmen van de wieltjes om het product
op zij plaats vast te zetten.
Bediening
Bedieningspaneel - GM498
Temperatuur weergave
GM498-GM499_ML_A5_v1_20211109.indb 9
GM498-GM499_ML_A5_v1_20211109.indb 9
Indicator in werking
zijnde
Thermostaat
Batterijvak
Bedieningspaneel - GM499
Indicator in werking
Batterijvak
zijnde
Temperatuur weergave
Opslag van levensmiddelen
Volg de volgende aanwijzingen voor de beste
resultaten met uw POLAR product:
•
Bewaar uitsluitend levensmiddelen in het
product wanneer het product de juiste
gebruikstemperatuur heeft gereikt.
•
Plaats geen open warme levensmiddelen of
vloeistof in het product.
•
Voedsel bedekken en inwikkelen wanneer
mogelijk.
•
Niet de interne ventilatoren in het product
blokkeren.
•
Laat de deuren niet al te lang openstaan.
•
Bij het regelmatig openen van de deuren
in de koelkast vormt zich condensatie. Zorg
er op warme, vochtige dagen voor dat
het condenswater goed kan weglopen of
drooggeveegd wordt.
Inschakelen
1. Sluit het deksel van het toestel.
2. Schakel het toestel in.
3. Stel de thermostaat in op de gewenste temperatuur.
Ontdooien
POLAR beveelt aan het toestel te ontdooien
wanneer er binnen het toestel de bevriezing een
dikte van 5 mm bereikt. Schakel, om dit te doen,
de diepvriezer uit bij de voeding.
Reiniging, zorg &
onderhoud
Alvorens het apparaat te reinigen dient men
•
de stroomvoorziening uit te schakelen.
•
Reinig zo vaak mogelijk de binnenkant van het
product.
•
Gebruik géén schurende reinigingsmiddelen.
Dergelijke middelen kunnen schadelijke resten
achterlaten.
•
Reinig de deurdichting met warm zeepwater.
•
Na reiniging altijd droogmaken.
•
Het voor reiniging gebruikte water mag niet door
het afvoergat naar de druppellade stromen.
NL
Thermostaat
9
2021/11/9 11:12
2021/11/9 11:12