NEDERLANDS
AANPASSEN
1. Maak het handvat voor het afstellen van de
geleider (l) los en stel de paralelgeleider (r) in op
de gewenste breedte. De aanpassing kan op de
schaal (w) afgelezen worden.
2. Span het handvat voor het afstellen van de
geleider (l) aan.
Geleidende Rail Systeem
Geleidende rails, beschikbaar in verschillende
lengtes als accesoires, laten het gebruik van de
cirkelzaag toe voor nauwkeurige, rechte en proper
insnijdingen en beschermen tegelijkertijd het
oppervlak van het werkstuk tegen beschadiging.
Samen met bijkomende accesoires kunnen exacte
hoekige sneden, verstekzaagsneden en in elkaar
passende sneden gemaakt worden met het
geleidende rail systeem.
Klemmen (z) zijn beschikbaar om de geleidende rail
(x) aan het werkstuk vast te maken (fig 6). Gebruik
van deze klemmen (z) verzekert dat de geleidende
rail (x) veilig vastzit aan het werkstuk (y) voor een
veilige werking. Eens de geleidende rail ingesteld
is op de snijlijn en veilig vastgemaakt is aan het
werkstuk is er geen beweging tijdens het zagen.
BELANGRIJK: De hoogteschaal op het apparaat is
ingesteld voor gebruik van de zaagmachine zonder
een geleidende rail. Wanneer je de zaagmachine op
de geleidende rail gebruikt zal het verschil in hoogte
ongeveer 5.0 mm bedragen.
DE CIRKELZAAG OP DE GELEIDENDE RAIL INSTELLEN
(FIG. 1, 7)
De afstand tussen de cirkelzaag en de geleidende
rail (x) moet erg klein zijn om de beste zaagresultaten
te bekomen. Hoe kleiner deze afstand, hoe beter de
afwerking van de rechte lijn op het werkstuk zal zijn.
De afstand kan ingesteld worden met de twee rail
aanpassers (m, n) voor elke groef aan de basis voor
snijden op 0º (m) en voor afschuininstelling snijden
op 1-45º (n). De railaanpassers zijn precisietanden
die de reductie van afstand tussen het apparaat en
de geleidende rail toestaan. Eens deze aanpassers
ingesteld zijn wordt zijwaartse beweging van de
zaagmachine tijdens het snijden tot een minimum
gehouden terwijl een vlotte zaagbeweging wordt
toegelaten.
OPMERKING: De aanpassers worden in de fabriek
ingesteld op een minimumafstand en kunnen
mogelijks aanpassing en instelling nodig hebben
voordat het apparaat wordt gebruikt. Gebruik de
volgende aanwijzingen om de cirkelzaag op het
geleidende rail in te stellen.
ONTHOUD: Stel alle railaanpassers op de
zaagmachine in op de geleidende rail.
84
1. Maak de schoef in de railaanpasser los om
aanpassing tussen de zaagmachine en de
geleidende rail toe te laten.
2. Haal de onderste beschermkap uit en plaats het
apparaat op de geleidende rail, en verzeker u
dat het zaagblad op de hoogste positie is.
3. Draai de aanpasser tot de zaagmachine op de
geleidende rail sluit.
BELANGRIJK: Controleer of de zaag veilig
vastgemaakt is op de rail door de zaagmachine
naar voor proberen te duwen. Wees zeker dat
er geen beweging van de zaagmachine is.
4. Draai de aanpasser licht naar achter tot de
zaagmachine gemakkelijk over de rail schuift.
5. Hou de railaanpasser in positie en span de
schroef opnieuw aan.
OPMERKING: Pas ALTIJD het systeem aan voor
gebruik met andere rails.
De railaanpassers zijn nu ingesteld om zijwaartse
afwijking bij het zagen met de zaagmachine op de
geleinde rail te minimaliseren.
Alvorens de zaagmachine te gebruiken zal de anti-
splinter beschermkap (aa) op de geleidende rail
ingesteld moeten worden. Kijk bij De Anti-splinter
Beschermkap Instellen.
DE ANTI-SPLINTER BESCHERMKAP INSTELLEN
De geleidende rail (x) is uitgerust met een anti-
splinter beschermkap (aa), die op de zaagmachine
ingesteld moet worden alvorens voor het eerst te
gebruiken.
De anti-splinter beschermkap (aa) bevindt zich op
elke rand van de geleidende rail (fig. 7). Het doel van
deze anti-splinter beschermkap is de gebruiker van
een zichtbaar zaagbladsnijlijn te voorzien terwijl de
afsplintering die zich voordoet op de zaagrand van
het werkstuk tijdens het zagen zich vermindert.
BELANGRIJK: Lees en volg ALTIJD de Instelling
van de Cirkelzaag op de Geleidende Rail
alvorens te zagen met de splinter beschermkap!
DE ANTI-SPLINTER BESCHERMKAP INSTELLEN (FIG. 8-11)
1. Plaats de geleidende rail (x) op een stuk
afvalhout (bb) met een minimumlengte van
100 mm die over het werkstuk hangt. Gebruik
een klem om te verzekeren dat de geleidende
rail veilig aan het werkstuk vastzit. Dit zal
nauwkeurigheid verzekeren.
2. Stel het apparaat op een zaagdiepte van
15 mm in.
3. Plaats de voorkant van de zaag op het
overhangend einde van de geleidende rail,
zodat het zaagblad vooraan de railrand
geplaatst is. (fig. 9).