5.1) Beschrijving van de functies
Functie Iemand aanwezig
De manoeuvre wordt alleen uitgevoerd wanneer er een instructie aanwezig is. De manoeuvre wordt onderbroken zodra deze instructie niet
meer aanwezig is of nadat een veiligheidsinrichting ("Stop", "Foto" of "Foto2") of de stroommeting in werking is getreden. Wanneer de
manoeuvre is onderbroken, dient de instructie op de ingang te stoppen voordat een nieuwe manoeuvre van start kan gaan.
Semi-automatische en automatische functie
Bij de werkingsmodus "Semi-automatisch" of "Automatisch" is een instructie-impuls voldoende en wordt de gehele manoeuvre uitgevoerd
totdat de ingestelde stand bereikt is. Een tweede impuls op dezelfde ingang die de manoeuvre van start heeft laten gaan, heeft een Stop ten
gevolge. Als op een bedieningsingang, in plaats van een impuls, een continu signaal gegeven wordt, ontstaat er een voorkeurssituatie waarbij
de andere uitgeschakeld blijven (nuttig bijvoorbeeld bij het aansluiten van een timer bij opening). Tijdens een manoeuvre zorgt inwerking
treden van de stroommeting of van een fotocel betrokken bij de richting van de manoeuvre ("Foto" bij sluiting, "Foto2" bij opening) voor
omkering van de beweging. Bij de werkingsmodus "Automatisch" is er na een openingsmanoeuvre een pauze met daarna een sluiting.
Als tijdens de pauze "Foto" in werking treedt, zal de timer opnieuw de pauzeduur gaan meten; als daarentegen tijdens de pauze de ingang
"Stop" in werking treedt, wordt de functie Opnieuw sluiten geannuleerd en komt de deur in Stop.
Functie Sluit altijd Start automatische een sluitmanoeuvre, voorafgegaan door een voorwaarschuwing van 5, als bij terugkeer van de
stroomvoorziening geconstateerd wordt dat de deur open staat.
Functie Woonblok Bij de functie Woonblok kan een openingsmanoeuvre niet door andere bedieningsimpulsen onderbroken worden met
uitzondering van die impulsen welke een sluitmanoeuvre veroorzaken. Tijdens een sluitmanoeuvre zal een nieuwe bedieningsimpuls de poort
laten stoppen en zal de poort weer open gaan.
Voorwaarschuwing Bij het ontvangen van een bedieningsimpuls wordt eerst het waarschuwingslicht geactiveerd en gaat vervolgens na
5 s (2 s bij handbediening) de manoeuvre van start.
Terugloop 5 s na Foto bij de Automatische modus of Terugloop na Foto bij de Semi-automatische modus
Bij de automatische werkingsmodus zal inwerkingtreding van foto in de openings- of sluitmanoeuvre de pauzeduur tot 5 s terugbrengen,
onafhankelijk van de geprogrammeerde pauzeduur. Bij de semi-automatische werkingsmodus, activeert inwerkingtreding van foto tijdens de
sluitmanoeuvre een automatische sluiting met de geprogrammeerde pauzeduur.
Foto ook bij opening Met deze functie onderbreekt inwerkingtreding van de veiligheidsinrichting "Foto" ook tijdens het openen de manoeuvre;
bij de modus "Semi-automatisch" of "Automatisch" zal de openingsmanoeuvre onmiddellijk na vrijkoming van "Foto" weer hervat worden.
Activering Fototest Hiermee kunt u voor het begin van een manoeuvre een testfase van de fotocellen laten uitvoeren; op deze manier
verhoogt u de veiligheid van de installatie. Voor meer details gelieve u paragraaf 2.6 "Fototest" te raadplegen.
Zuignap/elektrische vergrendeling
Dankzij deze functie kan aan de uitgang Elb (klemmetjes 11 en 12) de volgende werking worden gekoppeld:
• elektrische vergrendeling (Schakelaar 8 Off) - de uitgang wordt actief tijdens de openingsmanoeuvre van de gesloten deur en blijft actief tot
de deur de stand voor de elektrische vergrendeling (programmeerbaar, zie paragraaf 3.5) heeft overschreden;
• zuignap (Schakelaar 8 On) - de uitgang wordt actief na de sluitmanoeuvre en blijft actief zolang de deur gesloten is.
Verkeerslicht voor één richting
openingsmanoeuvre, terwijl de uitgang gedeactiveerd wordt bij de sluitmanoeuvre en wanneer de deur dicht is. Op deze manier kan een
groene lamp aan de uitgang worden gekoppeld, die aangeeft, indien deze brandt dat de doorgang vrij is.
Verkeerslicht in beide rijrichtingen Wanneer de schakelaar 10 op On gezet wordt, onafhankelijk van de schakelaar 9, wordt de functie
"Verkeerslicht in beide rijrichtingen" geactiveerd; in de besturingseenheid vinden de volgende veranderingen plaats: de ingang "Open" wordt
"Stap voor Stap2", terwijl de twee uitgangen "Gebruikerslicht" (COR) en "Controlelampje deur open" (SCA) groen licht voor de ene rijrichting
en groen licht voor de andere worden zoals afgebeeld is op Afb. 5. Voor elke rijrichting wordt een andere instructie gegeven voor de opening
"Stap voor Stap" (PP) om naar binnen te gaan en "Stap voor Stap 2" (PP2) om naar buiten te gaan; vervolgens worden er twee
verkeerslichten met een rode en groene lamp geïnstalleerd aangesloten op de uitgangen SCA en COR.
Uitgang controlelampje deur open - SCA
Uitgang gebruikerslicht - COR
Normaal gesproken zijn de twee uitgangen SCA en COR uit en dientengevolge ook de verkeerslichten; wanneer er echter een instructie
gegeven wordt met PP om naar binnen te gaan, gaat de openingsmanoeuvre van start en gelijktijdig wordt SCA geactiveerd die het groene
licht aan de ingang en het rode licht aan de uitgang laat branden. Als de instructie voor opening echter door PP2 wordt gegeven, wordt de
uitgang COR geactiveerd die het groene licht laat branden aan de uitgang en het rode licht aan de ingang. Het licht blijft tijdens de gehele
openingsfase en eventuele pauze branden; bij het sluiten daarentegen worden het groene en rode licht samen gelijktijdig geactiveerd om aan
te geven dat er geen voorrang meer is bij doorgang. De twee uitgangen kunnen rechtstreeks kleine lampen op 24 Vcc met een maximum
per uitgang van 10 W aansturen. Indien het noodzakelijk is zwaardere lampen te gebruiken, is het raadzaam relais te gebruiken die
aangestuurd worden door de uitgangen van de besturingseenheid die op hun beurt de lampen van het verkeerslicht aansturen.
In deze functie is de uitgang SCA actief terwijl de deur open is en blijft branden tijdens de
Ingang Instructie met PP
R
V
Sectionaal
R
V
Uitgang Instructie met PP2
R
V
(SCA) 18
(COR) 19
R
V
17
Gemeenschappelijk
NL
111