8 • Nederlands
Achterzijde van het hoofd
Gebruik opzetkam 16 of 20. Scheer de achterzijde van het hoofd zoals aangegeven (15).
Zijkant van het hoofd
Gebruik opzetkam 3 of 6. Scheer boven en achter de oren zoals aangegeven (16).
Bovenop het hoofd
Gebruik opzetkam 20. Scheer bovenop het hoofd van voor naar achter tegen de groeirichting
van het haar in (17).
Kortgeknipt model
FIGUUR 18- 22
- Kam het haar en zet opzetkam 16 of 20 op het apparaat.
- Begin te knippen vanaf de nek in opwaartse richting (18). Knip ook de zijkanten met verticale,
parallelle en elkaar gedeeltelijk overlappende bewegingen (19).
Let op
Knip/scheer het haar bovenop het hoofd niet op deze wijze.
- Begin opnieuw met opzetkammen voor een korter model totdat het haar de gewenste lengte
heeft.
- U kunt het haar op het hoofd kort en recht knippen door de opzetkam te verwijderen en te
knippen met behulp van een horizontaal gehouden kam of uw vingers (zie ook de paragraaf
'Knippen met behulp van een kam of uw vingers' (20/21/22)
- Om het haar korter dan 3 mm te knippen moet u de instelbare tondeuse op de gewenste
lengte zetten.
- Knip de contouren
(zie ook de paragraaf 'De contouren knippen').
Knippen met behulp van een kam of uw vingers
FIGUUR 8; 20 - 22
- Verwijder de opzetkam (8).
- Pak een haarlok op met de kam of neem de haarlok tussen uw vingers (20/22).
- Haal de kam of uw vingers tot de gewenste haarlengte door/ langs de haarlok die u wilt
knippen. Knip/scheer de haarlijn met het apparaat op deze lengte af, zoals is aangegeven
(21/22). Werk zo op plekken waar u het haar korter wilt knippen.
- Kam ondertussen het haar om het afgeschoren haar te verwijderen en te zien tot waar het
haar is geknipt.
De contouren knippen
FIGUUR 8; 23 - 27
- Verwijder de opzetkam (8).
- Zet de instelbare tondeuse op stand 1.
- Houd het apparaat met de achterzijde omhoog en de scheerkop loodrecht op het hoofd (23).
Scheer de contouren in de nek en aan de zijkanten (23/24/25).
Let op
Om de contouren te scheren moet u het apparaat licht aandrukken met neerwaartse, elkaar
gedeeltelijk overlappende bewegingen.
- Scheer de contouren langzaam en voorzichtig rondom de oren.
Waarschuwing!
Gevaar voor verwonding door de scheermesjes!
Als u niet correct te werk gaat kunt u in de oren snijden van degene die u gaat knippen. Om
letsel te voorkomen, moet u alleen scheren met één kant van de scheerkop (26). Pas op dat de
messen van de scheerkop geen contact maken met de oren. Houd de oorschelp enigszins van
het hoofd weg (27).
Baard trimmen
FIGUUR 28 - 29
- Zet opzetkam 16 of 20 op het apparaat. Begin altijd met de grootste trimmer omdat u later
nog een kleinere trimmer kunt nemen.
- Begin onder de kin. Werk symmetrisch langs de zijkanten omhoog (28).
- Om goede contouren te krijgen moet u het apparaat (29) zo draaien dat de scheerkop recht
op de nek staat.
› Onderhoud
Als u dit apparaat wilt reinigen, moet het apparaat eerst uitgeschakeld worden en de lichtnet-
adapter losgekoppeld worden van het lichtnet.
FIGUUR 9-10; 11-12; 30-35
- Verwijder de geknipte haren van de scheerkop met behulp van de reinigingsborstel (11).
Hiertoe moet u de instelbare tondeuse in stand 5 zetten.
- Om het haar van de opzetkam te verwijderen, moet u de kam intrekken en het haar met de
borstel verwijderen (12).
- Trek de scheerkop in zoals aangegeven (30). Verwijder het haar met de reinigingsborstel (31).
Zet de scheerkop weer op z'n plaats.
Om het apparaat goed schoon te maken, kunt u de scheerkop ook verwijderen (32/33/34).
Als u de scheerkop weer aanbrengt, moet u een klik horen (35).
- Smeer de scheerkop en de motoras met olie.
Een enkele druppel olie per smeerpunt (9/10). Na het smeren
moet u het apparaat aanzetten om de olie te verspreiden.
› Bescherming van het milieu
Afvoer van de verpakking en van het apparaat
De verpakking bestaat geheel uit opnieuw te gebruiken materiaal, dat aan de plaatselijke
recyclingfaciliteiten kan worden aangeboden.
Vraag bij de gemeente naar de afvoermogelijkheden voor tweedehands apparatuur.
› Garantie
Wij geven twee jaar garantie op de apparaten. De garantietermijn loopt vanaf de datum van
aankoop.
Als van de garantieregeling gebruik wordt gemaakt, wordt de garantietermijn daardoor niet
verlengd. De garantie geldt voor fabricagefouten en materiaalfouten in de originele onderdelen.
Beschadiging als gevolg van gebruik voor een ander doel en normale slijtage vallen niet onder
de garantie.