De apparatuur weer werkklaar maken
1 Verwijder de bougie (zie paragraaf 10: Vervangen en
reinigen van de bougie).
2 Trek op snelle wijze aan het startkoord om overtollige
olie te verwijderen uit de verbrandingskamer.
3 Reinig de bougie en controleer of de elektrodeafstand
correct is, of plaats een nieuwe bougie met de juiste
elektrodeafstand.
4 Prepareer de apparatuur voor gebruik.
5 Vul de tank met het desbetreffende mengsel van
brandstof en olie. Zie de paragraaf „Brandstof en olie".
13. Probleemoplossingen
De onderstaande tabel bevat een lijst van de probleemsymptomen en legt uit wat u kunt doen om het probleem op te lossen
als uw apparatuur niet goed werkt. Als het probleem zich blijft voordoen na de lijst doorgewerkt te hebben, neem dan con-
tact op met de dichtstbijzijnde servicewerkplaats.
Belangrijke tip in geval van het verzenden van de apparatuur naar een servicebedrijf:
Om veiligheidsredenen dient u ervoor te zorgen dat de apparatuur zonder olie en benzine wordt verzonden!
Storing
Mogelijke oorzaak
Het apparaat start niet.
• Luchtfilter is vervuild.
• Brandstoffilter is verstopt.
• Gebrek aan brandstoftoevoer.
• Storing in de brandstofleiding.
• Startinrichting is defect.
• Motor is plotseling tot stilstand gekomen
• De bougiedop is niet bevestigd.
• De bougie vonkt niet.
• Motor defect.
• Carburateur defect.
De motor start maar
• Verkeerde afstelling van de carburateur
stopt daarna.
(stationair toerental).
De motor start maar het
• Maaimechanisme is geblokkeerd.
maaimechanisme stopt.
• Intern defect (aandrijfas, tandwielbak).
• Koppeling defect.
De motor loopt
• Carburateur verkeerd afgesteld.
onregelmatig (sputtert).
• Bougie zit vol roet.
• Aan/uit knop defect.
Er wordt rook
• Verkeerd brandstofmengsel.
geproduceerd.
• De carburateur is verkeerd afgesteld.
Het apparaat werkt niet
• Het apparaat is overbelast.
op volle kracht.
• Luchtfilter vervuild.
• De carburateur is verkeerd afgesteld.
• De geluiddemper is geblokkeerd.
De grastrimmer werkt
• Draad te kort of beschadigd.
niet op volle toeren.
• Het apparaat is overbelast daar het gras te
hoog is.
Draad wordt niet
• De spoel is leeg.
aangevoerd.
50
NL
Transport
Om de machine te vervoeren, leeg de benzinetank
zoals beschreven in hoofdstuk 8: Brandstof aftappen.
Verwijder grof vuil van de apparatuur met een borstel of
een handborstel.
12. Afvoer en recycling
Het apparaat wordt geleverd in een verpakking om te
voorkomen dat deze beschadigd tijdens het transport.
De grondstoffen in deze verpakking kunnen worden
hergebruikt of gerecycled. Apparatuur en toebehoren
zijn gemaakt van diverse materialen, zoals metaal
en kunststof. Defecte onderdelen moeten worden
afgevoerd als speciaal afval. Vraag uw dealer of uw
gemeente.
Oplossing
• Reinig/vervang het luchtfilter.
• Reinig of vervang het brandstoffilter.
• Voeg brandstof toe.
• Controleer de benzineslang op knikken en
schade.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Verwijder de bougie, reinig en droog deze; trek
dan meerdere keren aan het startkoord; bevestig
de bougie.
• Controleer de correcte positieve van de
bougiedop.
• Maak de bougie schoon of vervang deze, indien
van toepassing.
• Controleer de bougiekabel op schade.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Zet de motor uit en verwijder het blokkerende
object.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Maak de bougie schoon of vervang deze.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Gebruik een tweetaktmengsel in de verhouding
40:1.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Forceer niet tijdens het maaien/trimmen.
• Maak het luchtfilter schoon of vervang deze.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Controleer de uitlaat.
• Geef meer draadlengte of vervang deze.
• Maait het gras in meerdere etappes.
• Vervang de spoel.