Wanneer de ontstekingsvlam per ongeluk uitgaat of uitwaait door de wind,
schakel de kachel uit en wacht minimaal 5 minuten om het gas te laten vervliegen
alvorens het opnieuw aansteken om mogelijke gasexplosie te voorkomen.
Herhaal de stappen b tot en met g.
OM DE KACHEL UIT TE SCHAKELEN
a)
Draai de regelknop (1) naar de OFF-stand
b)
Draai na gebruik de gastoevoer dicht aan de gasfles
WAARSCHUWINGEN
•
Het volledige gassysteem, slang, regelaar, waakvlam en brander moeten voor
gebruik op lekken gecontroleerd worden. Ten minste één maal per maand en
telkens wanneer de gasfles vervangen wordt. Controleer de montage van de
slang op tekens van overdreven wrijving, insnijdingen of slijtage. Verdachte
plaatsen moeten op lekken getest worden. Wanneer de slang lekt moet ze
vervangen worden met een nieuwe, conform de lokale norm. Wanneer de
slang tekenen van scheurvorming, splitsing of andere aantasting vertoont
moet ze door een nieuwe slang, van dezelfde lengte en van een gelijkwaar-
dige kwaliteit, vervangen worden.
•
Verzeker dat de ventilatieopening van de gasflesbehuizing, het regelcom-
partiment, de brander en doorgangen voor circulatielucht van de verwarmer
open en niet vervuild zijn. Wanneer vuil, spinnen of insectennesten gevon-
den worden, reinig dan de openingen met een leidingreiniger of perslucht.
•
Houd steeds een droog chemisch blusapparaat in de buurt.
•
Laat om veiligheidsredenen steeds een volledige uitschakeling van 5 minuten
toe alvorens de verwarmer terug aan te schakelen.
•
Vervang de gasleiding/slang binnen het beschreven tijdsinterval.
HET VERVANGEN VAN DE GASFLES
•
Schakel de verwarmer uit.
•
Sluit het ventiel van de gasfles.
•
Koppel de regelaar af van de gasfles door het volgen van de instructies mee-
geleverd met de regelaar.
•
Vervang de gasfles.
•
Verzeker dat er geen vlam is. Enkel wanneer er geen vlam is: verwijder de
stop of dichtingskap van het ventiel van de gasfles.
•
Controleer de aanwezigheid en de goede staat van de dichting voor het aan-
sluiten van de regelaar op de nieuwe gasfles.
•
Controleer of de dichting van de regelaar correct aangesloten is en zijn func-
tie kan vervullen.
•
Voer lektesten met zeepsop uit.
WAARSCHUWING: Vervang de gasfles enkel in een ruimschoots geventi-
leerde omgeving, weg van mogelijke ontstekingsbronnen (kaars, sigaretten,
andere vlam-producerende toestellen,...).
OPSLAG
•
Verzeker dat de verwarmer in de UIT-positie staat.
•
Sluit steeds het ventiel van de gascilinder na gebruik of bij een storing.
•
Koppel de gasfles los van de gaskachel.
•
Bewaar de gasfles in een goed geventileerde kamer. Plaats ze ver weg van
brandbare, explosieve of hete materialen en liefst niet in huis. Bijkomend
1
95