7.2. Laadstation opbouwen
Kies een geschikte opstellingsplaats voor het laadstation, zie boven.
Bevestig het laadstation op de bodemplaat met de vier meegeleverde schroe-
ven (24).
Bevestig het laadstation pas met de 8 bevestigingsspijkers als de begrenzingska-
bel volledig is geplaatst.
7.3. Werkbereik vastleggen
Bevestig de begrenzingskabel met de meegeleverde bevestigingsspijkers met
haken.
Plaats de begrenzingskabel zodanig dat die niet verdraait, niet geknikt wordt,
doorhangt of doorgesneden kan worden. Knik of wikkel de overtollige kabel
niet op. Snijd het overschot evt. af.
Sla de bevestigingsspijkers zodanig in de grond dat alleen de kop iets uitsteekt.
Breng de bevestigingsspijkers op een afstand van 1-3 meter aan.
Plaats de begrenzingskabel in geen geval onder de grond, omdat an-
ders de radiosignalen van de begrenzingskabel niet correct worden
overgedragen en de robotmaaier het werkbereik per ongeluk zou kun-
nen verlaten.
Na het bevestigen van de begrenzingskabel sluit u de kabeluiteinden op het
laadstation aan.
DE
FR
NL
ES
IT
117