De instelling Home wordt ook gebruikt na een nieuwe installatie of
als er wijzigingen zijn aangebracht in een bestaande installatie om
te testen of de robotmaaier de begeleidingsdraad kan volgen en
zich aan het laadstation kan koppelen.
•
AUTO. Dit is de standaardmodus met automatische bediening,
waarbij de robotmaaier automatisch maait en wordt opgeladen.
•
MAN. Voor het maaien van bijgebieden moet de MAN-instelling
worden gebruikt. Wanneer MAN is geselecteerd en de robotmaaier
wordt gestart als deze zich op het gazon bevindt, maait de robot-
maaier net zolang totdat de accu leeg is. Hij zal dan stoppen, en het
bericht "Moet handmatig laden" wordt weergegeven. De robotmaaier
moet dan handmatig worden teruggebracht naar het laadstation en
na het laden weer handmatig worden gestart. Als de robotmaaier
wordt opgeladen in de MAN-modus, wordt deze volledig geladen en
rijdt hij 20 cm uit het laadstation om vervolgens te stoppen. Dit geeft
aan dat hij volledig is opgeladen en gereed is om te maaien.
4.2 Bedieningspaneel Automower
310/315/420/430X/440/450X
Wanneer de stopknop is ingedrukt en de afdekking is geopend, wordt er
op de startpagina de volgende informatie weergegeven:
•
Bedieningsinformatie, bijv. GEREED, MAAIEN, GEPARKEERD of
TIMER. De tekst GEREED wordt weergegeven als de robotmaaier
zich niet in een specifieke bedieningsmodus bevindt, bijv. als de
hoofdschakelaar net is ingeschakeld. Als de STOP-knop is ingedrukt,
geeft de robotmaaier de laatste modus weer van vóór de stop, bijv.
MAAIEN of ZOEKEN.
•
De datum en klok tonen de huidige tijd.
•
Voor Automower® 430X/450X: Het satellietpictogram wordt weerge-
geven wanneer de GPS-ondersteunde navigatie is geactiveerd. Sym-
bool (A) wordt weergegeven wanneer de robotmaaier verbinding
heeft gemaakt met een voldoende aantal GPS-satellieten. Symbool
(B) wordt weergegeven wanneer de robotmaaier geen verbinding
heeft gemaakt met een voldoende aantal GPS-satellieten. Symbool
(A) knippert gedurende de eerste dagen dat de robotmaaier werkt,
omdat dan GPS-informatie over de installatie wordt verzameld.
•
Het ECO-symbool wordt weergegeven als de robotmaaier in de
ECO-modus is gezet.
•
Het zwarte kloksymbool (A) geeft aan wanneer de robotmaaier niet
mag maaien vanwege een instelling van de timer. Als de maaier niet
mag maaien als gevolg van Weertimer, wordt symbool (B)
weergegeven. Als de modus Negeer timer wordt gekozen, verschijnt
symbool (C).
•
De accustatus geeft de resterende lading van de accu aan. Als de
robotmaaier wordt geladen, verschijnt er ook een bliksemschicht
boven het accusymbool (A). Als de robotmaaier in het laadstation
wordt geplaatst zonder dat er wordt opgeladen, wordt symbool (B)
weergegeven.
NEDERLANDS
•
De instelling voor de hoogteafstelling wordt weergegeven als een
schaal/numerieke waarde.
•
Het aantal bedrijfsuren staat voor het aantal uren sinds productie
dat de robotmaaier heeft gemaaid of op zoek is geweest naar het
laadstation.
Het toetsenbord bestaat uit zes groepen knoppen:
•
De START-knop wordt gebruikt om de robotmaaier te activeren. Dit
®
is doorgaans de laatste knop die moet worden ingedrukt voordat
het luik wordt gesloten.
•
De TERUG en OK-knoppen worden gebruikt voor navigatie in het
menu. De OK -knop wordt ook gebruikt om instellingen in het menu
te bevestigen.
•
De pijltoetsen worden gebruikt om in het menu te navigeren, maar
dienen ook om selecties te maken in bepaalde instelmogelijkheden.
•
De MENU-knop wordt gebruikt om naar het hoofdmenu te gaan.
•
De PARK-knop wordt gebruikt om de robotmaaier naar het laadsta-
tion te sturen.
•
Cijfers worden gebruikt om instellingen in te voeren, bijv. pincode,
tijd of uitgangsrichting.
Bedieningsselectie Start
Wanneer de START-knop is ingedrukt, kunnen de volgende bedienings-
modi worden geselecteerd:
•
HOOFDGEBIED. De standaard, automatische bedieningsmodus
waarbij de robotmaaier steeds afwisselend maait en wordt opgeladen.
•
BIJGEBIED wordt gebruikt als de robotmaaier in bijgebieden aan
het maaien is en niet automatisch het laadstation kan opzoeken.
Als de robotmaaier wordt opgeladen in de Bijgebied-modus, wordt
de maaier volledig geladen en rijdt hij vervolgens 50 cm uit het
laadstation en stopt. Dit geeft aan dat hij volledig is opgeladen en
gereed is om te maaien.
Als het hoofdgebied moet worden gemaaid na het laden, schakelt
u de bedieningsmodus eerst naar Hoofdgebied alvorens de robot-
maaier in het laadstation te plaatsen.
•
NEGEER TIMER. Alle timerinstellingen kunnen tijdelijk worden
genegeerd door Negeer timer te selecteren. Het is mogelijk om de
timer gedurende 1, 3 of 5 dagen te onderdrukken.
•
INTENS MAAIEN betekent dat de robotmaaier in een spiraalvormig
patroon maait om het gras te maaien in het gebied waar het gras
minder is gemaaid dan elders in de tuin.
De functie Intens maaien kan worden geactiveerd met de START-
knop. U kunt selecteren hoe de robotmaaier moet blijven werken
nadat het maaien is beëindigd door op de knop Rechterpijl te druk-
ken en daarna In hoofdgebied of In bijgebied te kiezen.
Nederlands - 45