Inwerkingstelling; Onderhoud - Cointra CPA 6 Instructions Pour L'installation, L'utilisation Et L'entretien

3.2 INWERKINGSTELLING

De eerste inwerkingstelling van
de geiser moet door een ge-
kwalificeerd en gespecialiseerd
monteur worden uitgevoerd.
De aangegeven controles moe-
ten worden uitgevoerd tijdens
de eerste inwerkingstelling, na
onderhoudswerkzaamheden
die de uitschakeling van het
apparaat vereisen en na elke
werkzaamheid aan de veilig-
heidsvoorzieningen of onder-
delen van het apparaat.
3.2.1 Alvorens de geiser in te schakelen
• Controleer door middel van een oplossing van water
en zeep de gasdichtheid van de gasinstallatie, om
eventuele lekken van de aansluitingen op te sporen.
• Vul het watersysteem en zorg ervoor dat het apparaat
en het systeem volledig ontlucht zijn.
• Controleer dat er geen sprake is van waterlekkages in
het systeem of het apparaat.
• Controleer de aansluiting van het elektrische systeem
en de werking van het aardingssysteem.
• Controleer of de waarde van de gasdruk overeenkomt
met de vereiste waarde.
• Controleer dat er zich in de buurt van de geiser geen
ontvlambare vloeistoffen of materialen bevinden.
• De geiser mag niet op de vloer worden geplaatst, met
de aansluitingen omlaag, om ze niet te beschadigen.
Als de bovenstaande aanwijzin-
gen niet worden nageleefd, kan
er sprake zijn van verstikkings-
of vergiftigingsgevaar door vrij-
komend gas of dampen, brand-
en explosiegevaar. Ook bestaat
het gevaar op overstroming van
het vertrek.
3.2.2 Controles tijdens de werking
• Schakel het apparaat in.
• Controleer de dichtheid van de brandstof- en watercir-
cuits.
106
NL
• Controleer de efficiëntie van de schoorsteen en de
lucht- en rookkanalen tijdens de werking van de geiser.
• Controleer de correcte werking van de gaskraan.
• Controleer de correcte inschakeling van de geiser:
maak diverse pogingen voor in- en uitschakeling.
• Verzeker u ervan dat het brandstofverbruik overeen-
komt met de aangegeven waarden.

3.3 ONDERHOUD

3.3.1 Periodiek onderhoud
Om de goede werking van het apparaat in de loop der tijd te
handhaven, moet door gekwalificeerd personeel een jaarlijkse
controle worden uitgevoerd van de volgende punten:
• De bedienings- en veiligheidsvoorzieningen (gasklep,
enz.) moeten naar behoren werken.
• Het circuit voor rookgasafvoer moet in perfect efficiën-
te staat verkeren.
• De kanalen en de koppelingen voor lucht en rookgas-
sen van de moeten vrij zijn van obstakels en geen lek-
ken hebben.
• De brander en de warmtewisselaar moeten schoon en
vrij van afzettingen zijn. Maak voor de eventuele reini-
ging geen gebruik van chemische producten of staal-
borstels.
• De elektrode mag geen afzettingen vertonen en moet
correct geplaatst zijn.
• De gas- en waterinstallaties moeten lekdicht zijn.
• Het debiet en de druk van het gas moeten overeenko-
men met de waarden aangegeven in de betreffende
tabellen.
Gebruik voor de reiniging van de omkasting en de buitenkant
van de geiser een zachte doek, eventueel bevochtigd met water
en zeep. Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of oplos-
middelen.
cod. 3541S050 - Rev. 01 - 07/2019
3,5 mm
afb. 17 - Positie elektrode
CPA