•
Met name in gebieden met veel wind moet de unit zodanig worden geplaatst, dat blootstelling aan
wind wordt voorkomen.
•
Zorg ervoor dat de luchtstroom niet door obstakels wordt belemmerd.
LET OP
Als de installatie wordt opgehangen, moet de montagesteun voldoen aan alle technische
voorschriften. De montagewand moet sterk genoeg zijn. Als dit niet het geval is, moet deze
verstevigd worden. De verbindingen tussen steun en wand en tussen steun en airconditioning
moeten stevig, stabiel en duurzaam zijn. Bij twijfel of onzekerheid hierover mag de unit niet
worden geplaatst, en moet de benodigde ondersteuning worden berekend en geconstrueerd
door een deskundige technicus.
Binnenunits die in combinatie gebruikt kun-
nen worden
Lengte van één binnenunit
Verschil in hoogte tussen binnen- en buiten-
units
Verschil in hoogte tussen binnenunits
Stop- / startfrequentie compressor
Spanning voedingsbron
Bevestiging van de buitenunit
Veranker de buitenunit met bouten, borgringen en moeren ø 10 mm of ø 8 mm stevig en horizontaal op
een betonnen of stabiele ondergrond.
A (mm)
B (mm)
590
333
Aantal aangesloten units
Totaal kW van alle binnenunits samen
Als binnenunit hoger dan buitenunit
Als binnenunit lager dan buitenunit
1 cyclustijd
Stoptijd
Spanningsvariatie
Spanningsvermindering tijdens het starten
Interval niet in evenwicht
Sterke wind
Fig. 11
1-4
8,0 kW (nom.)
max. 15 m.
max. 10 m.
max. 10 m.
max. 10 m.
≥ 6 min.
≥ 3 min.
max. 10%
max. 15%
max. 3%
Luchtinlaat
Lucht
inlaat
Luchtuitlaat
Fig. 12
1
75