NL
3.9 Instellen van het maximum toeren-
tal Fig. G (9)
• U kunt het toerental instellen op een ge-
wenst maximum.
• Draai het instelwiel voor het toerental (9)
eerst langzaam volledig linksom voor de
minimale snelheid.
• Zet de links/rechts-schakelaar (7) in de stand
met de pijl naar voren gericht.
• Druk de aan/uit-schakelaar (10) in en ver-
grendel deze met de vergrendelknop (8).
• Laat de aan/uit-schakelaar (10) weer los. De
machine draait nu op minimale snelheid.
• Draai vervolgens het instelwiel voor het
toerental (9) langzaam rechtsom tot de ge-
wenste snelheid is bereikt. De machine draait
nu continu op de gewenste snelheid.
• Door vervolgens nogmaals de aan/uit-scha-
kelaar (10) kort verder in te drukken schiet
de vergrendelknop (8) weer uit de vergren-
delstand.
• LET OP: de snelheid zal bij het indrukken van
de aan/uit-schakelaar (10) kort iets toene-
men.
• Indien u van de maximum toerental in de
linksdraaiende stand gebruik wilt maken,
kunt u wel het toerental vooraf instellen,
doch u kunt geen gebruik van de vergrendel-
knop (8) maken.
3.10 Algemene richtlijnen voor gebruik
• Bij koud weer en wanneer u de boorhamer
langere tijd niet heeft gebruikt, moet u de
boorhamer enige tijd warm laten worden
door deze een poosje in te schakelen zonder
dat u de machine belast. Afhankelijk van de
temperatuur kan dit 15 – 20 seconden zijn.
Dit zorgt ervoor dat het inwendige smeer-
middel zich weer goed over de bewegende
delen verdeelt. Zonder de machine op te
warmen is de hamerfunctie moeilijker te
bedienen.
• De machine is uitgerust met een veilig-
heidsslipkoppeling. De boormachine-as zal
stoppen met draaien wanneer de machine
overbelast wordt. Dit voorkomt dat de ma-
chine wegdraait wanneer de boor vastloopt.
Bij een plotselinge stop komen echter nog
altijd grote krachten vrij en het is daarom
raadzaam de machine altijd met 2 handen,
waarvan één op de zijhandgreep (3), vast te
NL - Originele gebruiksaanwijzing
houden.
• Gebruik bij het boren of breken geen exces-
sieve kracht. Gebruik een lichte druk om
de machine te geleiden en laat verder de
boorhamer het werk doen.
3.11 Overige functies Fig. H.
• De machine is voorzien van een controle-
lampje (11) dat gaat branden zodra de machi-
ne op het lichtnet is aangesloten.
• Het rode servicelampje (12) heeft geen func-
tie voor het gebruik en is slechts
aangebracht voor servicedoeleinden.
H
11
12
9