3.2. Functies 3, 4 en 5 voor het uitbreiden van de bus naar meer dan 64 DALI-eenheden
Met deze functies kan je DALI-bussen met elkaar koppelen zodat er meer dan 64 DALI-eenheden kunnen aangesloten worden. Deze drie functies zorgen ervoor
dat alle DALI-commando's overgedragen worden tussen de DALI-bussen 1 en 2 (zie Fig. 1).
Je bepaalt de richting van de overdracht als volgt:
• functie 3 = overdracht van alle DALI-commando's in beide richtingen (van bus 1 naar bus 2 en van bus 2 naar bus 1)
• functie 4 = overdracht van alle DALI-commando's in één richting, namelijk van bus 1 naar bus 2
• functie 5 = overdracht van alle DALI-commando's in één richting, namelijk van bus 2 naar bus 1.
3.3. Functie 6 voor vouwdeuren
Met deze functie koppel je twee ruimtes met elkaar. Dit betekent dat alle manuele commando's van de drukknopschakelaar in beide richtingen overgedragen
worden van bus 1 naar bus 2 en van bus 2 naar bus 1. De daglichtsturing functioneert afzonderlijk.
• functie 6 = vouwdeurfunctie
3.4. Functies 7, 8 en 9 voor de sturing van vaste lichtniveaus in aangrenzende ruimtes
Met deze functie zet je de verlichting met een druk op de drukknop aan in een aangrenzende ruimte. Je kan ervoor kiezen om de verlichting op 100 %, 50 % of
op minimumniveau te doen branden, ongeacht het koppelniveau. Deze functies werken vanaf firmwareversie 1.03 en hoger.
Je hebt de keuze uit de volgende functies:
• functie 7 = de aangrenzende ruimte zal 100 % licht geven
• functie 8 = de aangrenzende ruimte zal 50 % licht geven
• functie 9 = de aangrenzende ruimte gaat naar het minimumniveau.
Bij deze drie functies bepaalt de jumper de richting van de overdracht tussen de DALI-ruimtes (zie Fig. 4B):
• jumperstand 1 (plaats de jumper over de twee pinnen aan de linkerzijde): overdracht in 1 richting, namelijk van bus 1 naar bus 2
• jumperstand 2 (plaats de jumper over de twee pinnen aan de rechterzijde): overdacht in 1 richting, namelijk van bus 2 naar bus 1
• jumperstand 3 (plaats de jumper niet): overdracht in beide richtingen.
4. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen
Voeding
Stroomverbruik van ingang 1/2
Omgevingstemperatuur
Luchtvochtigheid
Kleur (behuizing)
Markering
5. WAARSCHUWINGEN VOOR INSTALLATIE
• De installatie moet worden uitgevoerd door een erkend installateur en volgens de geldende voorschriften.
• Deze handleiding moet aan de gebruiker worden overhandigd. Het moet bij het dossier van de elektrische installatie worden gevoegd en worden overgedragen
aan eventuele nieuwe eigenaars. Bijkomende exemplaren zijn verkrijgbaar via de website of supportdienst van Niko. Op de Niko website is altijd de meest
recente handleiding van het product terug te vinden.
• Tijdens de installatie moet rekening gehouden worden met (niet-limitatieve lijst):
- de geldende wetten, normen en reglementen.
- de stand van de techniek op het moment van de installatie.
- deze handleiding die alleen algemene bepalingen vermeldt en moet worden gelezen in het kader van elke specifieke installatie.
- de regels van goed vakmanschap.
Dit product voldoet aan alle toepasselijke Europese richtlijnen en verordeningen. Indien van toepassing, vind je de EG-verklaring van overeenstemming met
betrekking tot dit product op www.niko.eu.
NL
21 x 30 x 159 (HxBxL)
via de DALI-bus
14/4 mA
5 – 40 °C
20 – 95 % RV, niet-condenserend
Wit
CE-gemarkeerd
350-70021
3