INSTALLATIE HANDLEIDING
PROFIL100EINT
Verlicht codeklavier met ingebouwde elektronica
- Eén bieptoon wordt uitgezonden om de tijd
te valideren,
- Druk B om de programmatiemodus te
verlaten,
- De rode LED gaat uit,
- 2 bieptonen worden uitgezonden om te beves
tigen dat het codeklavier in standaard wer
kingsmodus is.
4 keer een knipperende rode LED en 4 uitgezon-
den bieptonen wijzen op een dataverwerkings-
F. DE CODE LATEN VERANDEREN
DOOR EEN GEBRUIKER
Om een gebruiker toe te staan zijn eigen
gebruikerscode te wijzigen, dient de
schakelaar INT1 op 'aan' te staan. Om de
functie uit te schakelen, zet op 'uit'.
1. Geef de oude gebruikerscode in.
- De relais is geactiveerd en een bieptoon wordt
uitgestuurd,
- De groene LED licht op,
- Een bieptoon wordt uitgezonden.
2. Geef de 2-cijferige submaster code in
- Relais 1, voor het eerste gebruik : A en B,
- Relais 2, voor het eerste gebruik : 1 en 3,
- De rode LED licht op,
- Een bieptoon wordt uitgezonden om de
wijziging toe te laten.
3. Geef een nieuwe gebruikerscode in.
- De groene LED licht gedurende 1 sec. op,
- 2 bieptonen worden uitgezonden om een
nieuwe code te bevestigen,
- De rode LED gaat uit.
4. Controleer de nieuwe gebruikerscode
om zeker te zijn dat de wijziging correct
werd doorgevoerd
G. EEN SUB MASTERCODE INSTELLEN
- De sub mastercode laat de gebruiker toe om
zijn eigen code te veranderen zonder de program
matiemodus te betreden,
- Omwille van veiligheidsredenen, dient de
code om de zoveel tijd veranderd te worden,
- geef de mastercode twee keer in (12345 standaard
mastercode)
- Met deze functie kunt u eenvoudiger en
sneller een code wijzigen.
1. Geef de mastercode twee keer in
(1 2 3 4 5 standaard mastercode).
- De rode LED licht op,
fout.
- 2 bieptonen worden uitgestuurd om het
betreden van de programmatiemodus te
bevestigen.
2. Druk A7 om een sub mastercode van de
indivuduele gebruikscode groep 1 te wijzigen.
- De groene LED licht gedurende 1 sec. op,
- Eén bieptoon wordt uitgezonden,
- geef de nieuwe 2-cijferige sub mastercode in,
- De groene LED licht gedurende 1 sec. op.
- Eén bieptoon wordt uitgestuurd om de program
matie van de nieuwe sub mastercode te beves
tigen.
3. Druk A8 om de sub mastercode van de indi-
viduele gebruikscode groep 1 te wijzigen.
- De groene LED licht gedurende 1 sec. op,
- Eén bieptoon wordt uitgezonden,
- geef de nieuwe 2-cijferige sub mastercode in,
- De groene LED licht gedurende 1 sec. op,
- Eén bieptoon wordt uitgestuurd om de
programmatie van een nieuwe sub master
code te bevestigen.
4. Druk B om de programmatiemodus te
verlaten.
- De rode LED gaat uit,
- 2 bieptonen worden uitgestuurd om te beves
tigen dat het codeklavier in stand-by werkings
modus is.
H. Auditief signaal
- het audiosignaal wordt ingeschakeld in de pro
grammatiemodus en wanneer de relais geactiveerd
wordt na een geldige code.
- Om het auditief signaal bij een druk op de toets
te activeren:
1. Geef de mastercode twee keer in
(1 2 3 4 5 standaard mastercode).
2 bieptonen worden uitgezonden om het betreden
van de programmatiemodus te bevestigen.
2. Druk AA.
- Eén bieptoon wordt uitgezonden,
- Druk 0 om het audiosignaal uit te schakelen tijdens
een druk op de toets,
- Druk 1 om het audiosignaal in te schakelen tijdens
een druk op de toets,
- Eén bieptoon bevestigt de nieuwe instelling
3. Druk B om de programmatiemodus te verlaten.
2 bieptonen worden uitgezonden om het verlaten
van de programmatiemodus te bevestigen.
I. Gebruik van de rode en groene LEDS:
- De rode en groene LEDs zijn ontworpen om
12V dc te ontvangen (ingebouwde weerstanden),
- Ze zijn als volgt bekabeld:
Rode
LED
2.2KΩ
Groene
LED
Bruin
12V dc
2.2KΩ
Wit
0V
Groen
12V dc
Geel
0V
NL
7